Pukkelpop 2016: Kracht in de Kleine Podia

Review:Festivals
  Inge van Nimwegen    27 augustus 2016

Een kleine 70.000 muziekliefhebbers in Hasselt hadden dit weekend de gelegenheid zo’n 250 artiesten te aanschouwen: dit evenement heet natuurlijk Pukkelpop. Drie dagen verdeeld over tien podia viel er genoeg te kiezen, en voor de vroege vogels was zelfs op de woensdagavond een deel van de festivalweide opengesteld om verscheidene acts uit het binnenland te bekijken.

Met de map en het tijdschema in handen was het nog flink puzzelen: ga je voor de gevestigde namen op de Main Stage en Marquee, de hardere rock’n’rollvarianten in The Shelter, dansjes in de Dance Hall, of het nieuwe talent in de Club of de Lift? Ontdekken, dat is waar het op Pukkelpop al jaar en dag om draait en wat ook dit jaar genoeg te doen viel.


DONDERDAG 18-08-16

Met een programmering zo vol als deze is tijd per definitie je grootste vijand. Voor mij begint de donderdag rustig met Gavin James in de Marquee. Deze singer-songwriter had in 2014 een hitje met ‘The Book Of Love’, maar laat hier zien dat dit nummer lang niet zijn sterke kanten benadrukt. Met zijn aangename stem en storytelling qualities, maar vooral met een grote lach, doet zijn cover van ‘Wonderful World’ velen een plezier.

Maar op Pukkelpop kan alles, dus is het direct door naar The Shelter, waar het jonge viertal Beach Slang uit de VS lekker in het gehoor liggende, angsty punk rock speelt. Live hebben de vocalen net een ruiger rauw randje dan verwacht, wat ons het statische optreden van de heren doet vergeven. We kunnen zeker uitkijken naar de opvolger van debuutalbum “The Things We Do to Find People Who Feel Like Us”,  wat eind september uit gaat komen. Zo rauw als Beach Slang, zo gelikt klinken de heren van Half Moon Run op de Marquee. De verschillende stemmen lijken perfect op elkaar afgestemd en laten je wegdromen van de zonnige festivalweide. Maar terug in The Shelter, toch wel mijn persoonlijke favoriet, kunnen we genieten van een fantastische sfeer en catchy indie pop punk bij The Front Bottoms. De jongens zijn relaxed, het publiek zingt en klapt enthousiast mee: een ongeëvenaarde succesformule.

Zo langs de Main Stage lopend pikken wij nog net de laatste twee nummers mee van Good Charlotte. Zoals ze zelf zeggen, zijn ze bezig met het terugbrengen van “pop punk like in 2002!”, en dat kan bijna niet fout gaan met nummers als ‘Lifestyles of the Rich & Famous'. Maar is dit nu waar men op zit te wachten? Op een paar handjesvol nostalgische fans na, lijkt men duidelijk ‘nee’ te antwoorden op deze vraag. Waar Schotland zich toch niet zover bij België vandaan bevindt, is het toch opvallend leeg bij Twin Atlantic in The Shelter. Op een nieuwsgierige enkeling na blijft het rustig, maar daar trekt het viertal zich niets van aan. Onder aanvoering van frontman en zanger Sam McTrusty wordt er strak en vol overtuiging gespeeld: ruigere tracks van opkomend album GLA klinken live zo mogelijk nog beter dan vast repertoire-met-stadionpotentie ‘Heart and Soul’ en ‘Brothers & Sisters’.

Op The Shelter treffen we dit jaar ook up-and-coming pop punk band State Champs. Laat je niet ontmoedigen door het feit dat de jongens vorig jaar support speelden voor 5 Seconds of Summer: muzikaal hebben ze flink wat in hun mars. Na veel technische problemen, vertraging, en een nummer zonder vocalen, werden nog snel vijf catchy songs gespeeld. Het zal de fans niet deren: dit optreden ziet enkele enthousiaste crowdsurfers, die ondanks de 'crowdsurfen verboden' bordjes toch vriendelijk door security geassisteerd worden. Eén van de hoogtepunten van de donderdag was zonder twijfel Cafish & the Bottlemen in de Club. De indie rock van het Welshe viertal mag op het album lief en luisterbaar klinken, live komt het tot leven. Duidelijk in topvorm spelen ze hit na hit van zowel eerste plaat “The Balcony” alsook in februari uitgekomen ”The Ride”, welke beide voor vele lachende gezichten zorgen. Bovendien blijkt zanger Ryan Evan McCann te entertainen als ware frontman - deze zien we nog eens op terug op de Main.

Het blijft een opvallend duo: Arctic Monkeys’ zanger Alex Turner en The Rascals’ (en solo) zanger Miles Kane, samen muziek makend onder de naam The Last Shadow Puppets. Voor de gelegenheid hebben zij bovendien een band en een strijkerssectie achter zich op het podium. Het repertoire van de heren, twee albums slechts op hun naam, is indrukwekkend gevuld met pareltjes. Hier op Pukkelpop is opvallend dat Kane veel van de vocals voor zijn rekening neemt, terwijl de beschonken ogende Turner zich vooral richt op entertainen: met zijn slicke moves en zwoele stem windt hij zonder problemen het publiek om zijn vinger. Een topprestatie, zeker, maar laten we vooral de inspanning van Kane hierdoor niet vergeten.

Soms is het onmogelijk een artiest serieus te nemen, zelfs al doe je nog zo je best. Zeker wanneer zij een geruime vijftig minuten later dan gepland het hoofdpodium betreedt, en daar een subtiele playbackact tentoonstelt. Of horen we toch soms de zangeres zelf met het bandje heen zingen? We hebben het hier natuurlijk over Rihanna, wie enkele jaren terug toch echt een artieste met veel potentie leek. Hits genoeg om op mee te dansen, maar het is vooral na haar optreden dat Rihanna voor veel pret zorgt: de grap van Pukkelpop 2016. Merci, Rihanna!

Fotograaf onbekend

(opgelet: foto werd genomen door een bezoeker en dit is geen actie van de Pukkelpop organisatie!)

Gelukkig voor ons is hiermee niet het einde van de avond ingeluid. Eerst nog wordt de Marquee getracteerd op een spetterende set van Bloc Party. De Londense band, inmiddels uitgerust met twee nieuwe bandleden op drums en bass, heeft door de jaren een aantal hits gehad. Hoewel de sfeer goed is gedurende de hele set, blijven de memorabele momenten wel echt uit tot die hits: op ‘Flux’, ‘Helicopter’ en ‘Banquet’ wordt er net iets uitbundiger gedanst en gesprongen. Dat de rest van de tracks wat voortkabbelt, ach, de hoogtepunten maken het meer dan goed. Een zekere climax van Pukkelpop 2016 is afsluiter van de Main Stage Die Antwoord. Ninja, Yolandi Visser en DJ Hi-Tek hebben zich shockeren ten doel gesteld, en voor diegenen die Die Antwoord niet eerder live hebben gezien zal het zeker een shock zijn geweest. Outfit na outfit, spetterende maar ook vergaande graphics, grof taalgebruik, twee gemaskerde dansers, maar bovenal: een strak optreden. Die Antwoord kwam wel even goedmaken wat Rihanna eerder die avond had verpest: “This is fucking live!” roept Ninja, en het is een fantastisch feest.

 

VRIJDAG 19-08-16

Meer dan een kort nachtje slaap zit er helaas niet in op de camping, waar het feestje nooit eindigt. Eenmaal terug op het Pukkelpopterrein wordt men echter direct goed wakker geschud met de zware kost van The Black Heart Rebellion in The Shelter. Het is op het terrein beduidend minder vol dan de ochtend ervoor. Als synchroonheadbangen een Olympische sport was had The Black Heart Rebellion zeker het podium behaald, maar het is hun atmosferisch bijzonder duistere muziek die dit tot een goed optreden maakt. Qua sfeer is er echter bijna geen groter contrast mogelijk alstoen ik mij hierna naar de Lift begaf om een kijkje te nemen bij SWMRS. Zo strak en kort als de naam, zo straight to the point is het jonge viertal ook in haar muziek. Met een flinke dosis energie, plezier en muzikaliteit worden de punk rock hitjes in de microfoons geschreeuwd met een gemak alsof ze nooit anders gedaan hebben. Wanneer drummer Joey Armstrong door z’n bassdrumvel heenslaat (rock n roll!) wordt zonder aarzelen een oplossing gevonden door ‘Boys Don’t Cry’ van The Cure in te zetten en zo tijd te winnen voor het verwisselen. En: wauw. Ik geef ’t twee jaar, dan gaan deze jongens de punkrockgrootheden achterna.

Het is gemakkelijk om ‘popular emorock’-bandjes direct af te schrijven wanneer je de fanbase aan de hekken ziet zwijmelen en gillen. Zeker wanneer het grote veld voor de Main Stage verder simpelweg leeg blijft. Graag had ik Sleeping With Sirens het tegendeel willen zien bewijzen, maar helaas: meer dan een vrij average rockoptreden met veel gescheld en geflirt met de camera zit er toch echt niet in. Liever maar gewoon in een tent plannen, volgend jaar: had deze aanslag op de oren de rustige eters op het veld gespaard gebleven, en had de band enkel enthousiast publiek voor zich gehad. Wel in een tent speelt De Staat, compleet onverwacht, want met een afzegging en de verplaatsing van Lukas Graham naar de Main was er een plekje vrijgekomen. En opvallend genoeg, waar op Nederlandse festivals als Paaspop, Pinkpop en Lowlands zelfs de grootste tent te klein is wanneer De Staat speelt, is de Marquee hier opvallend leeg. Toch krijgen de Nederlanders dit Vlaamse festival snel voor zich gewonnen met hun catchy hitjes en charmante (tikje gekke) frontman Torre Florim. En je zou niet écht bij De Staat zijn geweest als je geen rondje mee hebt gedraaid in de imposante Witch Doctor-circle pit. De Staat ga je niet zien; De Staat beleef je.

Op de Main Stage spelen achtereenvolgend NOFX en Lukas Graham. Beide groepen vullen veel van hun tijd met geklets, maar wat een verschil in aanpak. NOFX speelt wat prima punk, met hun populaire ‘Linoleum’, ‘Bob’ en covers van onder andere Rancid’s ‘Radio’, en nog zo’n 15 nummers. Verder wordt de tijd vooral gevuld met het op weinig subtiele wijze beledigen van het publiek. Waarom? Geen idee. Zal wel punk zijn. Lukas Graham en zijn band anderzijds, winnen stuk voor stuk alle aanwezigen voor zich. Graham vertelt met zijn liedjes en rond zijn liedjes zijn levensverhaal: hoe zijn jeugdvrienden in de gevangenis belandden, hoe zijn vader stierf. En men leeft mee, de goed vertelde, maar niet altijd volledig zuivere stemklanken volgend. De Deense band scoorde een megahit met ‘7 Years’, maar minder dan terecht kan dat ook hier niet genoemd worden: het is een emotionele aangelegenheid, en een verdiende Main Stage-spot, ook de enkele valse nootjes meegenomen in de beoordeling.

“We may seem like we're hateful and angry – and we are! But this is all about love.” Eenheid is het sleutelwoord hier hier bij Stick To Your Guns in The Shelter. Men is in grote getale samengekomen voor de melodische hardcoreband uit California, maar terecht. Het speelveld wat de pit heet is gevuld met bezwete, schreeuwende, moshende en crowdsurfende fanatiekelingen. Een opvallende respons op een hardcore band die zo afwijkt van de genres die grotendeels op Pukkelpop voorkomen: maar wat een show, en wat een boodschap. 

In de categorie ‘indie & upcoming’ staan er vandaag twee namen op het lijstje. De eerste is The Academic, een bandje wat al eens aangeprezen is als “one of Ireland’s most exciting bands”. Het viertal laat inderdaad zien alle boxjes van ‘potentieel succesvol indiepopbandje’ af te kunnen tikken: catchy herhalende refreintjes, een vrolijke toon, de heldere stem van zanger Craig Fitzgerald, en de looks om het af te maken. Toegeven: het klinkt goed, gewoon niet onderscheidend. Nummer twee weet evenzeer weinig echte indruk te maken: Glass Animals is qua genre zeker apart, met hun electronica / indie / trip-hop mix. Ze hebben niet de minste festivals gespeeld, om maar even een Glastonbury en een Coachella te noemen. Het is dansbaar en meeslepend zolang het duurt, maar blijven hangen doet het simpelweg niet.  

Noel Gallagher behoeft eigenlijk geen introductie. Het is met zijn High Flying Birds, de band die hij in 2011 oprichtte na de succesjaren van Oasis, dat hij deze vrijdagavond op het hoofdpodium van Pukkelpop staat. De twee albums van deze rockformatie blijken genoeg interessant voor een stevig liveoptreden van formaat, maar Gallagher weet zelf ook wel dat zijn Oasis-verleden hem altijd zal blijven achtervolgen. Het blijkt dan ook geen onverstandige keuze om maar liefst vier Oasis nummers te spelen: het publiek wordt getrakteerd op onder andere ‘Wonderwall’ en ‘Don't Look Back In Anger’. Hij hoeft er zelf eigenlijk vrij weinig van te zingen; men blèrt dit alles met gemak mee.

De avond eindigen, dat wordt gedaan op gepaste wijze bij Refused op The Shelter. Van de enkele keren dat ik deze hardcore-punkveteranen heb mogen aanschouwen is dit uitgesproken de meest indrukwekkende. Dit is frontman Dennis Lyxzén in ultieme vorm, die zich zonder pardon het publiek in stort; een publiek dat zeker wat opschudding kon gebruiken. Van de gelegenheid wordt bovendien gebruik gemaakt om belangrijke problemen aan de kaak te stellen – de heren blijven immers politiek geëngageerd – en zolang homofobie en racisme nog steeds bestaan, blijft het goed dat het gezegd wordt. Met de elektronica van Chase & Status op de achtergrond, welke nog tot laat in de nacht over het terrein zal klinken, zoek ik moe maar voldaan mijn tentje op. Zaterdag immers weer een dag..

 

ZATERDAG 20-08-16

En wat voor dag! Voor het eerst deze editie is het zo nu en dan dringen in de tenten, en bij de eerste  act, net nabij het middaguur, staat The Shelter gelijk al goed vol. Het gaat hier om de Vlaamse hardcoreformatie Fleddy Melculy. “Er is 1 probleem in de hardcore en metal: dat zijn dat mensen zichzelf zo ontzettend serieus nemen!” spreekt frontman (en zanger en gitaristvan De FanfaarJeroen Camerlynck. En dit is precies waar het gehele oeuvre van Fleddy Melculy om draait: het allemaal niet zo serieus nemen, met liedjes over het kwijtraken van sleutels (‘Ik ben mijn sleutels kwijt’), het geen brood meer in huis hebben (‘Brood’) en over hoe men in H&M bandshirts rondloopt zonder de afgebeelde band te luisteren (‘T-Shirt van Metallica’). Maar met hun muzikale kwaliteiten kun je niet anders dan er hartelijk om lachen en de lekkere hardcore gewoon waarderen.

Het contrast kon bijna niet groter als wanneer daarna uit de Marquee het vrolijke geluid van componist André Brasseur en zijn band komt. Met zijn 76 jaar is hij de oudste muzikant van deze editie, en het verhaal is opvallend: na jaren in de vergetelheid bracht een verzamelalbum hem terug in de spotlights, en sindsdien mag hij weer aantreden op festivals als deze. En gelukkig maar! De Marquee is goed gevuld, en men neuriet de deuntjes vrolijk mee. Brasseur zelf lijkt overdonderd door de respons, maar met deze strakke, passievolle uitvoering en de grote glimlach van Brasseur is het enthousiasme bij het publiek niet meer dan logisch.

Dat er misschien net 20 man in The Shelter staat wanneer Dead! aanvangt mag hen niet uitmaken. Het jonge vijftal uit Londen geeft alles wat ze hebben, en het klinkt. Góéd. Als er al een vergelijking gemaakt kan worden: denk een My Chemical Romance sound in hun Cheers-era, gemixt met softe metalcore en wat pop punk hooks. Jammer is het alleen dat de jongens met 30 minuten al hun materiaal erdoorheen hebben geknald. Kom maar snel met dat eerste album! Wij van Snoozecontrol hebben al langer een oogje op melodische hardcoreband Defeater uit Boston. Vorig jaar nog schreven wij over hun ijzersterke optreden bij de Never Say Die Tour: en ook ditmaal schreeuwt zanger Derek Archambault vol overtuiging en emotie, het hart altijd op de tong – over verlies en liefde, over familie en oorlog. Het is dan ook onbegrijpelijk dat naast een handjevol fans in de pit, men simpelweg niet geïnteresseerd lijkt in wat er op het podium gebeurt. De fanatieke Our Last Night-fans alvast vooraan hebben het hier jammer genoeg echt niet begrepen. Enorm zonde: Defeater verdiende zoveel meer lof voor deze topprestatie.

Bij The Temper Trap in de Marquee is het allemaal net niks, om maar direct met de deur in huis te vallen. Met de begeleiding zit ‘t allemaal wel prima, maar vocaal zitten er vele missers tussen. Nummers sijpelen in elkaar over, om even opgeschud te worden met het bekendere ‘Science of Fear’. Waarom men hier dan toch staat, wordt duidelijk tegen het einde van de set: afsluiter ‘Sweet Disposition’ is wat men wil horen. Deze klinkt prima, en dan is het weer gedaan. Meer indrukken doet men op bij Henry Rollins (Black Flag), die hier in de Wablief?! een spoken-word optreden verzorgt. Met verhalen over zijn jeugd, anekdotes over Johnny Ramone, enkele flauwe inkoppertjes, maar ook een ongelofelijk optimisme over de mensheid weet hij de aanwezigen tot nadenken te zetten. Er wordt instemmend geknikt, geklapt en gejoeld. Of u ‘t met hem eens bent of niet, het was zeker het luisteren waard.

Wie kan mij vertellen waarom het zo onverklaarbaar rustig is bij Biffy Clyro op de Main Stage? Het trio, live aangevuld met extra muzikanten, geeft een intense, intrigerende show weg. De afstelling van het geluid had wat subtieler gemogen, waar vocalen zo nu en dan overstemd worden door de instrumentale begeleiding, maar het veelzijdige repertoire van Biffy ‘fucking’ Clyro trakteert op ons meezingers als ‘Black Chandelier’, ballads als ‘Many of Horror’, maar ook lekker ruige rock als ‘Living Is a Problem Because Everything Dies’. Ruig, dat kunnen we het optreden van Bring Me The Horizon kort erna op het hoofdpodium echter niet noemen. De groep, aangevoerd door frontman Oliver Sykes, maakte ooit zeker-niet-hoofdpodium-vriendelijke deathcore, maar met het in 2013 uitgekomen Sempiternal was het gedaan met het ongecontroleerd schreeuwen. Bij dit optreden wordt zelfs gekozen om enkel nummers van dit album en laatste radio-vriendelijke plaat That’s The Spirit te spelen: een veilige keuze. Het geheel doet routineus aan en geeft ons weinig echte uitschieters om over na te praten.

Een onvergetelijk Pukkelpop 2016 afsluiten, dan, doen wij ten eerste bij LCD Soundsystem op de Main Stage, en vervolgens ‘voor ’t eggie’ met Marky Ramone’s Blitzkrieg. LCD Soundsystem is, na hun einde in 2011, weer terug. “This is going to be special”, klinkt het over het veld, vlak voor aanvang van James Murphy en zijn band. En speciaal is het: verrassend, energiek, dansbaar, maar bovenal indrukwekkend. Met loepzuiver geluid – hier geen spetterende dans of grootse lichtshow – enkel stem en elektronica. En zo ook onvergetelijke momenten met Marky Ramone’s Blitzkrieg op The Shelter. Menig punkrocker (en eenallen die niet geïnteresseerd was in Oscar and The Wolf) heeft zich hier verzameld om Marky Ramone, enig overgebleven lid en meest legendarische drummer van punklegendes The Ramones, samen met band en The Posies zanger Ken Stringfellow Ramones-hits te horen spelen. Het optreden wordt opgedragen aan Joey, Johnny, Dee Dee én aan Lemmy, en dat is het dan. Ruim 25 nummers kunnen ze kwijt in een uurtje: van CCR-cover ‘Have You Ever Seen the Rain’, naar ‘Sheena Is A Punk Rocker’, ‘The KKK Took My Baby Away’ en ‘Pet Sematary’, om uiteindelijk af te sluiten met – hoe kan het ook anders – ‘Blitzkrieg Bop’. Geen verrassing, maar nimmer zoveel vrolijk springende 40-jarige hanenkammen gezien.

Nog net op tijd sta ik weer buiten om het vuurwerk bij Oscar and The Wolf de lucht te zien sieren. Een Vlaamse headliner, met slechts één album op zak: maar van wat er nog gehoord kon worden, zeker een waardige die deze mooie 31ste Pukkelpop afsluit. Inmiddels is ook de aftermovie van het festival hier te bekijken en is het aftellen naar de volgende editie! In 2017 zal Pukkelpop plaats vinden van woensdag 16 tot en met zaterdag 19 augustus op hetzelfde prachtige festivalterrein te Hasselt.