Steak Number eight + Monkey Juice - JOC Ieper (19/05/2017)

Review:Concerten
  Erik Vandamme    21 mei 2017

Veertien keer, zoveel maal heeft ondertekende sinds gisteren - vrijdag 19 mei - Steak Number Eight live gezien. JOC Ieper, een heel mooie tot ruime zaal met aanpalend drankgelegenheid gelegen vlakbij het station, was enorm goed gevuld op deze avond. Steak Number Eight zijn ondertussen uitgegroeid tot een vaste waarde binnen het postrock, sludge en aanverwante gebeuren in ons land, en sleuren vooral een heel sterke live reputatie met zich mee. Vorig jaar op Graspop zetten ze Marquee in vuur en vlam, met een ijzersterke set die letterlijk door merg en been ging. Of ze dit kunstje zouden overdoen in JOC Ieper? U leest het verder in dit verslag


Monkey Juice: De toekomst van de rock muziek ziet er dankzij bands als Monkey Juice plots veel rooskleurig uit.

Monkey Juice , een opkomende jonge en talentvolle band uit het Waasland, mochten de avond openen. 4 gasten uit Sint-Niklaas die rauwe harde muziek brengen met volle overtuiging! Met muziek omschreven als atmosferische stoner grunge met invloeden van post-rock,noise,shoegaze,robotrock en meer. Het is een veelbelovende introductie, die we te lezen krijgen op de vi.be pagina van Monkey Juice. Een goede maand geleden konden ze ons alvast overtuigen van hun kunnen in Music City te Antwerpen. Nu speelden ze in een toch vrij grote zaal, als voorprogramma voor een ondertussen toch gerenommeerde band in ons land en daarbuiten. In het begin van de set zag je dan ook dat de zenuwen hoog gespannen waren, dat had zelfs een beetje zijn uitwerking op de bandleden die wat ingehouden stonden te spelen. Dit duurde echter niet lang, want een groot deel van het publiek reageerde alvast enthousiast op de eerste songs die de jongens naar voor brachten. Waardoor ook Monkey Juice prompt de lat hoger ging leggen, en de spontaniteit vanzelf terugkwam.

Het deed me prompt wat denken aan de eerste keer

dat ik Steak Number Eight aan het werk zag.

Monkey Juice vergelijk ik dan ook met een vlinder.

Die als een rups, verstopt tussen takken van bomen en struiken,

uiteindelijk ontluikt tot die wonderbaarlijke en kleurrijke vlinder naar wie

iedereen vol bewondering

staat te kijken

Wederom viel ons op dat elk van de bandleden op een technisch enorm hoogstaand niveau hun ding staan te doen, en ze zelfs tot veel meer in staat zijn dan ze nu tonen. Nog meer ervaring opdoen op menig podium, en we voorspellen hen een gouden toekomst. Monkey Juice zetten de wat moeizame start, snel om in een wervelwind die over de hoofden heen waaide. Indrukwekkende gitaar riffs, die door merg en been gaan. Loeiende harde drum salvo's, als mokerslagen in je gezicht terchtkomen, en die verdomd tot de verbeelding sprekende vocale aankleding. Het zijn ingrediënten waardoor we eerder al zijn gevallen voor deze sympathieke jongens uit het Waasland. Op het podium van JOC te Ieper sloeg de vonk weer in de pan, en kregen we uiteindelijk een spervuur van songs die als vuurpijlen recht door het hart van de aanhoorder schieten. Bovendien blijkt de frontman van Monkey Juice een ware entertainer in wording te zijn, ook nu weer ging hij prompt het publiek opzoeken, en zelfs gewoon midden in de zaal zijn ding gaan doen. Meer nog, een deel van dat publiek smeekte zelfs om een bisnummer, dat er helaas niet kwam. Dat een publiek dat komt voor de headliner daar naar vraagt, we komen dat zelden tegen.

Het deed me prompt wat denken aan de eerste keer dat ik Steak Number Eight aan het werk zag. Monkey Juice vergelijk ik dan ook met een vlinder. Die als een rups, verstopt tussen takken van bomen en struiken, uiteindelijk ontluikt tot die wonderbaarlijke en kleurrijke vlinder naar wie iedereen vol bewondering staat te kijken. We geven ze nog een jaartje of twee, en dan ze spelen datzelfde JOC plat voor een overvolle zaal wilde fans. Zeker weten! Met de ingesteldheid en technische perfectie waarmee ze nu al staan te spelen? Plus de hoge dosis spontaniteit die ze aan de dag leggen? Mag die geen overkomelijk probleem zijn. De toekomst van de rock muziek in en rondom het Waasland ziet er dankzij bands als Monkey Juice plots veel rooskleuriger uit, is onze eindconclusie.

Een wilde tsunami , die alles om zich heen verplettert in een razend tempo = Steak Number Eight!

Dat uitgroeien tot een wonderbaarlijke vlinder, dat is bij Steak Number Eight ondertussen wel gelukt. Sinds hun ontstaan in 2004, de bandleden waren toen nog pubers, heeft Steak Number Eight een indrukwekkend parcours afgelegd. Naast de overwinning van HUMO's Rock Rally (2008) brachten ze platen uit die mogen gezien worden als klassiekers in ons landje. Songs als Dickhead, The Sea is dying, Blood on our hands tot Black Fall zijn uitgegroeid tot ware 'hits'. Echter, de band heeft dus vooral een ijzersterke live reputatie opgebouwd. Waardoor ze nu in staat zijn om alles om zich heen te verpletteren als een razende tsunami. Ook in. JOC te Ieper zou dat uiteindelijk het geval zijn.

Ook in JOC Ieper voelden de mokerslagen

die deze jongens telkens opnieuw uitdeelden,

alsof het geluid - gerugsteund door een heel tot de verbeelding sprekende lichtshow -

als het ware in je gezicht terecht kwam als

een kanonskogel die in je gezicht

dreigde te ontploffen.

Uiteindelijk, want de band nam een - naar we van hen gewoon zijn - vrij rustige start, hadden we de indruk. Naarmate de set vorderde werd de lat ook steeds hoger gelegd, en niets meer aan het toeval overgelaten. Elk van de bandleden bespeelden hun instrumenten op een razendsnel tempo. De gitaar riffs van Cis Deman en basgitaar uitspattingen van Jesse Surmont dreven dat tempo dan ook naar onaards hoog niveau, tot er geen doorkomen meer aan was. Bovendien waren we ook nu weer diep onder de indruk van die duivelse, verschroeiende drum salvo's van Joris Casier. Ook al trekt frontman Brent Vanneste, die als een razende wervelstorm op , voor en over de hoofden van de fans heen zweefde met gitaar in aanslag, de aandacht naar zich toe. Men kan niet voorbij aan die immense instrumentale aankleding, waardoor geluidsmuren prompt worden afgebroken.

Hoe het aanvoelt een geluidsmuur die in de vorm van geluid en licht op jou afkomt? We maakten dat vorig jaar o.a. mee toen we Steak Number Eight zagen aantreden op graspop. Toen Explosions in the sky letterlijk zorgen voor explosies in de lucht in Ancienne Belgique. Ook in JOC Ieper voelden de mokerslagen die deze jongens telkens opnieuw uitdeelden, alsof het geluid - gerugsteund door een heel tot de verbeelding sprekende lichtshow - als het ware in je gezicht terecht kwam als een kanonskogel die uiteindelijk in je gezicht dreigde te ontploffen. Brent ging bovendien zodanig als een razende tekeer dat een snaar van zijn instrument afbrak, net tijdens de bisnummers. Wat zorgde voor de nodige hilariteit bij fans en andere bandleden.

Kortom: Steak Number Eight blijken vooral te zijn uitgegroeid tot die geoliede machine, waarbij elk van de bandleden elkaar niet alleen blindelings vinden. Deze heren spelen nog steeds met diezelfde jeugdige spontaniteit van in de beginjaren, echter met de ervaring van 'ouwe rotten in het vak'. We werden dan ook compleet murw geslagen door songs als Dickhead - een klepper die luidkeels door het publiek werd meegebruld - en het nog steeds intens diep door je hart snijdende The sea is Dying. Waarbij Brent zijn frustratie, pijn en leed uitschreeuwt. Het is net de kruisbestuiving tussen op een eenzaam hoog niveau soleerden instrumentalisten, en een charismatische frontman die met zijn stem geluidsmuren kan afbreken. Dat ons die eerste keer in AB club over de streep trok, en dat anno 2017 nog steeds doet. Is onze eindconclusie na weer een magistraal sterk concert van onze Belgische trots binnen het postrock, sludge en aanverwante gebeuren.