blink-182 in Ahoy: jong publiek voor een band die maar niet opgroeit

Review:Concerten
  Inge van Nimwegen    1 juli 2017

In geen enkel poppunk anthems-lijstje van het afgelopen decennium mochten ze ontbreken: blink-182. Op deze anders zo rustige maandagavond reisde men af naar Ahoy Rotterdam om te zien hoe de band er voor staat anno 2017, 17 (!) jaar na hun laatste clubshow in Nederland en België.


De enorme banner achter de band maakt duidelijk dat we bij supportact A Day To Remember inmiddels te maken hebben met een band van formaat. De poppunk/metalcore van het vijftal mag dan wel meer uithoudingsvermogen vragen dan de poppy sounds van blink, het meeste publiek is er vanavond voor in. Want een feestje, dat is het. Al bij openingstrack “All I Want” trekt men de keeltjes open en vliegt de confetti in het rond, de eerste moshpits worden voorzichtig ingezet. A Day To Remember hecht veel waarde aan het feestje: ook beachballen en vliegende wc-rollen, vaste waarden bij deze band, mogen dit maal niet ontbreken. Dat de gitaarpartijen rommelig de zaal in dreunen en vocalist Jeremy McKinnon regelmatig de vocale plank misslaat en achter het ritme aanholt, wordt gerechtvaardigd door de energie waarmee de heren op het podium staan. Ook de hits maken veel goed: met afsluiter “The Downfall of Us All” maken ze dit tot een solide optreden waarbij de lol de kwaliteit ruimschoots overstijgt.

Dit feestje overtreffen, dat is de opdracht voor blink-182. Wanneer het aan hen de beurt is het podium te betreden valt wel op dat het aan 15.000 man plaats biedende Ahoy nog genoeg lege stoeltjes telt. Ook de gemiddelde leeftijd is noemenswaardig: deze ligt ver onder die van de heren zelf. De meesten lijken pas te zijn geboren rond de tijd dat blink meeging met hun eerste Warped Tour. Vanavond in Ahoy dus een jong publiek, voor een band die maar niet opgroeit.

Toch zijn het juist de oude hits van Take Off Your Pants and Jacket, blink-182 en Enema of the State die vanavond op de grootste respons mogen rekenen. Meest recente plaat California is de eerste met Alkaline Trio-frontman Matt Skiba in de plaats van Tom DeLonge – de beste beslissing die blink-182 had kunnen nemen. Dat “California” weinig hoogtepunten kent is daarom een des te pijnlijker realisatie. Het voortkabbelende karakter van deze plaat lijkt in schril contrast te staan met de vele hits van de band en alle side-entertainment deze avond: bannerwisselingen, confetti, bewegend beeld en zelfs vuur wordt uit de kast getrokken om het publiek op de wenken te bedienen.

Dat Skiba DeLonge niet is mag dus niet deren. Vocaal-technisch klinkt hij vele malen beter dan DeLonge ooit deed, en vangt hij op waar Mark Hoppus ruimschoots laat liggen. Van samenzang is amper sprake en Hoppus maakt er eigenlijk vooral een potje van waar ’t op zang aankomt. Zijn andere talent, onderbroekenlol, krijgt vanavond een kleinere rol toebedeeld dan we van blink gewend zijn: de grapjes lijken met de jaren iets ingedamd, hoewel de schunnige moves en vocabulaire van de frontman bron van vermaak blijven voor zowel het jonge publiek als de grote kinderen op het podium. Springend van hit naar hit kunnen deze vormfouten het publiek allerminst storen: zij kwamen voor blink, en blink is wat ze kregen. De ruggengraat van blink-182 is en blijft Travis Barker, ook vanavond in topvorm. Zijn drummen is bijna als toveren, en waar Hoppus technisch laat liggen, pikt ook Barker het meer dan ruim op. 

Hoewel er slechts een ruim uurtje gespeeld wordt is dit net genoeg om de zaal met een gerust hart te verlaten. Het is een feestje, waar de crowd evenlief haarzelf lijkt te horen als de band – eenstemmig wordt ieder nummer meegeblerd, tot leuke verrassing “Happy Holidays, You Bastard” aan toe. Bij blink-182 worden de aanstekers niet uit de zak getoverd voor een gevoelige ballad, maar juist hiervoor: waar gemakkelijk in de clichés vervallen kon worden weet blink ze net voldoende te vermijden. Na "Dammit" en de vertederende aanblik van Barker’s zoon Landon achter de drums (menigeen doet ’t hem niet na!) is het tijd om naar huis te gaan. Zoals de letters 'FUCK' die niet volledig wilden opvlammen achter de band, blijft ’t ook qua uitvoering een beetje ‘UCK’. Hoewel blink-182 dan mag draaien op nostalgie en sensatie in plaats van kwaliteit, maakt dat het niet minder genieten.