DOUR RAPPORT: uitbollen op zondag

Review:Festivals
 Florian Cassier    20 juli 2017

Vier dagen en een half Dour is slopend voor het lichaam en het terrein. De weide en de camping zien er ondertussen uit alsof er een Apocalyps is gepasseerd en zo voelden mijn rug en benen zich ook. Het was echter nog even op de tanden bijten, want ook op de laatste dag hadden de organisatoren nog enkele pareltjes gepland.


Door de hevige vermoeidheid kan ik mij enkel en alleen maar verontschuldigen tegenover Zwangere Guy, Meat Bodies en Charlotte De Witte. Ik ben er heilig van overtuigt dat jullie optredens enorm sterk waren, maar ikzelf blaakte in afwezigheid. Het eerste op de dag was voor mij Millionaire. Na jaren van afwezigheid brachten Tim Van Hamel en de zijnen weer een nieuw album uit en dat zullen we geweten hebben. Niet alleen omdat ze op zowat elk Belgisch festival staan, maar ook door hun staalharde performance. Tim Van Hamel had zijn vrienden van Millionaire blijkbaar gemist, want het speelplezier droop van hem af. Zijn dansbewegingen verraadden een soort trance waarbij hij niets van zijn speelvermogen verliest. Op een drafje raasden ze door al hun klassiekers. Tussendoor maakten ze even tijd voor Silent River vanop hun nieuwe album Sciencing. Een zwoel nummer dat ze samen de Canadese zangeres Clara Klein speelden. Erotiek nam de tent even over. Afsluiten deden ze met het ongenaakbare Champagne en hun nieuwe hit I’m Not What You Think You Are. Een concert om U tegen te zeggen van een van Belgisch meest getalenteerde muzikanten.

Tijdens Millionaire stond er maar weinig volk, veel minder dan ze verdienden. De reden hiervoor bleek nogal snel duidelijk. Toen we wouden aansluiten bij Romeo Elvis, bleek het hele festival zich daar verzamelt te hebben. De nieuwe Brusselse hiphoprevelatie had op Dour een populariteit die astronomische hoogtes bereikten. Het was onmogelijk om de tent te betreden en de zwoele mensenmassa golfde heen en weer. Hoe snel een artiest kan bloeien wanneer een publiek reeds lang wacht op zijn komst, bewijst Romeo met verve. De Brusselse scene explodeerde in ongeveer één jaar, omdat ze brachten waar heel wat mensen op zaten te wachten. Namelijk verbondenheid. Met Morale 2 torpedeerde hij zichzelf naar de bovenste plank van de Belgische hiphop en ook live is dit te merken. Het jeugdig plezier waarmee hij optreedt, wordt gecombineerd met een sterke raps. Diable en Bruxelles Arrive zijn ondertussen echte klassiekers geworden en wanneer deze startten ontplofte de tent ook. Er kan alleen maar geconcludeerd worden dat Brussel uit zijn eigen voegen aan het barsten is.

Volgende op het lijstje was Nadia Rose. Deze Britse hiphopster maakt al een tijdje furore en is vooral bekend om haar hit Skwod. In Le Labo kreeg ze een gezellige ruimte toebedeeld. Perfect voor een opkomend talent als haar. Jammer genoeg begon ze zeker vijfenveertig minuten te laat zonder enige communicatie. Velen dropen dan ook na een dertigtal minuten af. Wanneer ze dan toch begon, brak de sfeer ook zeer snel. Niemand leek er nog zin in te hebben en zelf straalde ze niet veel professionaliteit uit. Een enorme teleurstelling en meer dan uit Le Labo vluchten was er dan ook niet te doen.   

In La Caverne was het ondertussen de beurt aan Sleaford Mods. Het duo Jason Williamson (zang) en Andrew Fearn (muzikant) brengen een anarchistische sound die punk, elektronische beats en soms zelfs wat reggae vermengen tot een uniek geluid. Het tafereel ziet eruit als een zatte Brit die de micro in een typische pub te pakken heeft gekregen. Uiteindelijk is het veel meer dan dat Williamson voorziet een hele performance en gaat volledig op in zijn show. Iets waar JonWayne nog kan van leren. Hij is ook afkomstig van die typische minimalistische sound die in de jaren 2000 ontstaan zijn in Groot-Brittannië als reactie op de vele besparingen. De frustratie hieruit is in zijn performance zeker te voelen. Het geeft een gevoel van eerlijkheid waarin hij zichzelf blootgeeft en soms bijna overgaat in een vorm van roepende slam poetry.

Het persoonlijke hoogtepunt van de dag was echter Carl Craig (presents versus synthesizer ensemble). Deze Amerikaanse Detroit house artiest staat vooral bekend als dj en daarom verwacht je hem eerder later op de avond op de Elektropedia. Hier had hij echter andere plannen. Samen met een piano, synthesizer en elektrische drum verhief hij zijn muziek naar een nieuw niveau. Dit zorgde ervoor dat hij die typische Detroit sound bijna omvormde naar een gevoel van dansbare klassieke muziek. In dit uur en tien minuten durend spektakel bracht hij de luisteraars van de ene verbazing naar de andere. De kritiek dat zijn nummers soms nogal langdradig waren of te lang opbouwden waren zeker correct, maar Carl Craig had dan ook iets anders voor ogen dan gewoon wat techno draaien. Wat hij hier produceerde was ware kunst. Ondersteund met fantastische visuals zorgde hij hier voor een totaalbeleving die veel verder ging dan de doordeweekse Detroit house. Deze man en zijn gezellen zijn ware artiesten en kunstenaars.

De perfecte manier om Dour op een mooie manier af te sluiten en vredig huiswaarts te keren. In dezelfde tent speelden Jon Hopkins en Kiasmos elk nog hun dj-set die avond. Enkele van deze eerste heb ik nog wat meegemaakt, maar duidelijk was dat niks Carl Craig nog kon overstijgen. De vermoeidheid was al lang toegeslagen en de aftakeling verbood mijn lichaam om nog verder te doen.

Bedankt Dour voor weer een geweldige editie met enkele onvergetelijke hoogtepunten. Op naar een nieuwe editie die hopelijk evenveel mooie herinneringen zal nalaten maar daar twijfelen we niet aan.