The Heard – The Island (Despotz records)

Review:CD-reviews buiten BeNeLux
  Van Muylem    19 november 2018

Toen ik vernam dat Crucified Barbara er in 2016 ermee op hield zat ik een beetje in zak en as, want wees eerlijk: hun laatste plaat was echt een knaller! Gelukkig hadden Ida en Nicki er nog zin in en vormden ze samen met Skinny Kangur (Deathstars) en zanger annex burlesque artist Pepper Potemkin hun nieuwe band: The Heard. Voor de volledigheid: ook Klara (gitaar) doet mee.


Hun eerste album is meteen ook een conceptueel album, waarbij alles draait in en om een mysterieus eiland (ergens in de Baltische zee): waar liefde versus verdriet, dromen versus het bovennatuurlijke overheersen. Ook op muzikaal vlak is het schipperen tussen hard en zacht, wat dus een groot verschil is met vroeger. Ik moet toegeven dat het toch wel een aanpassing vergt, maar anderzijds toont het ook aan dat ze meer kunnen dan rammen en schreeuwen.

Het begint uiteraard met The Island: een vlotte rocker met een duidelijke 70’s invloed. Ik zie hierbij toch wel wat headbanging. De vocals staan me best aan. Het geheel heeft iets verdoemd en tegelijkertijd iets melancholisch en smeuïg. Het einde is best spooky en geeft het bovennatuurlijke een plaats. A Death Supreme doet me denken als een mengeling tussen 4 Non Blondes en Pink: zachtjes dreigend, rustig en toch gevaarlijk. Het tempo ligt redelijk laag, maar voelt best meeslepend aan. Af en toe dreigen de gitaren, maar het geheel blijft best braafjes. Tower Of Silence is gedragen door een vette bas, scherpe gitaren (af en toe rammen ze er ook lekker op los), coole backings en een zangeres die best meeslepend klinkt. Af en toe gaat het tempo met een ruk omhoog en veren we met z’n allen rechtop. Ook hier doet de retro touch het nummer tot zijn recht komen en is het lekker genieten. Sirens klinkt dan weer lekker akoestisch, gezongen met een hoge dosis breekbaarheid: hierbij ontwaren we dus de zachtere kant van dit project. Het geheel klinkt best meeslepend ondanks de dromerige ondertoon. De manier waarop het woord Sirens weerklinkt zet de juiste toon en schept ook het juiste momentum om hier ten volle van te genieten. It klinkt lekker vet en dreigend, waarbij de gitaarklanken bepalend zijn (naast de zang).

Caller of the Storms herneemt het akoestische gedeelte, met een jazzy en loungy achtergrond: perfect voor in de supermarkt en wringt een beetje als je enkel afgaat op de titel (waarbij ik alvast iets stevigers van had verwacht). Er staan geen stemmen op en dus is het een skipper voor mij (sorry hoor). Revenge Song knalt dan weer lekker hard uit de boxen. Queen Scarlet brengt een piano in het spel en mengelt breekbaarheid met melancholie en ingehouden woede. Voor mij is dit, mede dankzij de uitstekende gitaarpartijen, één van de betere nummers van dit album. Crystal Lake klinkt dan weer betoverend mooi en o zo meeslepend. Dit is het soort nummer welk je het best opzet als het donker is, een beetje warm en turend door je raam terwijl niets anders je kan afleiden. Leaving The Island begint als een bluesy toontje, met een diepe bas en een stem die alvast niet veel goeds voorspelt om vervolgens af en toe uit haar voegen te barsten om dan weer zeemzoet terug te keren. Het is een weerspannige afsluiter met héél wat afwisseling en dat maakt het natuurlijk net zo leuk.

Het is een beetje wennen, maar deze trip was best aangenaam en het is eens iets anders. Nu maar hopen dat er nog mensen zijn die hiervan willen proeven!