Tiende editie van SpeedFest: een nabeschouwing

Review:Festivals
  Sylvie Huybrecht    25 november 2015

Ik herinner me nog zeer goed hoe wij twee jaar geleden, eens aangekomen in Eindhoven, op zoek gingen naar dat befaamde 'Klokgebouw' waar SpeedFest traditioneel plaats heeft. Met het idee in ons achterhoofd dat er wellicht een grote klok met klepel ergens bovenaan zou hangen, keken we rond in de hoogte en beëindigden we onze rit bij een kerk. Heel even overwogen we nog de mogelijkheid dat het festival wel degelijk daar zijn stek had, maar nee, onze ratio vertelde ons al snel dat we fout moesten zitten. 'Het klokgebouw vraagt u mevrouw? Dat is waar die klok op de gevel hangt.'. Zo leerden we dat in Nederland een klok een uurwerk is en niet zo'n ding dat lawaai maakt op zondagochtend.

 


Dit jaar waren we natuurlijk al slimmer en reden we recht richting de oude gerestaureerde fabriekszalen van Philips. We hadden zelfs onthouden dat parkeren er geen enkel probleem is, gezien de torenparking naast het complex. Ideaal. Toch was het even schrikken toen we bij aankomst de wel heel lange rijden met wachtenden aan de ingang ontwaarden. SpeedFest had het aangekondigd op hun website en op Facebook: door de verstrengde controles na de aanslagen in Parijs zou er wat langer moeten worden aangeschoven. Maar Nederland zou Nederland niet zijn als dat probleem niet zeer efficiënt ondervangen was geworden door goed functionerende stewards die vlotjes iedereen fouilleerden, handtassen omkeerden en al eens een minder veiligheidsgebonden vraag stelden als bijvoorbeeld 'waar heeft u deze medicatie voor nodig mevrouw?” In ieder geval vlotte de eindeloze rij als een trein en had niemand te klagen. Of misschien de eerste drie bands, omdat op dat moment nog ruim de helft van de aanwezigen wachtte om naar binnen gelaten te worden. Maar goed, niemand heeft deze extra veiligheidsmaatregelen voor zijn plezier gewild, en dus werd er niet gemord.

 

De indeling van deze tiende Speedfest was hetzelfde als voorgaande jaren: twee grote stages frontaal tegenover elkaar en een derde kleiner podium in de entreehal, terwijl in de eetzaal voor het nodige vertier werd gezorgd door een DJ. Hoewel we de formule intussen kennen, stellen we toch vast dat er ieder jaar kleine verbeteringen worden aangebracht aan de infrastructuur en aan de organisatie. Nu nog alleen het éénrichtingsverkeer uitvinden voor wie van het ene tegenoverliggende podium naar het andere wil, en dan zijn we er helemaal uit. Want draai het of keer het, dát blijft een hele opgave, zeker wanneer we zoals nu aankijken tegen de mensenmassa van een nagenoeg uitverkochte editie.

 

De bands op het programma maakten ook dit jaar de brug tussen metal, rock'n'roll, punk en rockabilly, zoals de geest van SpeedFest dat wil. De verscheidenheid aan stijlen bracht opnieuw een breed publiek op de been dat de goede sfeer wist te bewaren met wederzijds respect en onderlinge verdraagzaamheid. We konden ons vergenoegen in de retro sound van Scorpion Child, Avatarium of Crobot, waarbij deze laatste band live opvallend sterk uit de hoek kwam in vergelijking met tourpartner Scorpion Child. De eerste echte beweging voor het podium kwam er bij Radio Bikini, hoewel ook Backyard Babies al een sterke set had neergezet. Pro-Pain zweepte het publiek op en vanaf dan was iedereen er helemaal klaar voor. Klingonz kaapte de prijs voor beste act weg met zijn jongleurs en kleurrijke clownspakjes. Wie gekomen was om de blote kont van zanger Titch te zien heeft trouwens ook waar voor zijn geld gekregen. Ondertussen bracht Giuda sfeer en ritme waarna het geweld van Obituary en Napalm Death de hele meute op hol deed slaan en The Dictators NYC enkele minder of meer expliciete boodschappen aan de man bracht. De maatschappijkritiek was trouwens niet uit de lucht. Verschillende bands verkondigden hun mening over de gebeurtenissen in Parijs en in de wereld in het algemeen en de eensgezindheid was groot.

Waar wél over te discussiëren viel was de aard van de muziek die tussendoor en in de eetzaal door de boxen schalde. Overduidelijk komt een bepaalde schare SpeedFestfans enkel naar het festival afgezakt om zich in de eetzaal te amuseren als DJ Rooie Neger zijn platencollectie bovenhaalt. Iedereen staat op de tafels en banken en stelt zich aan zoals , ik zou bijna zeggen, alleen Hollanders dat kunnen. Bij ons -bescheiden Belgen- liggen die crooners en Nederlandse schlagers al eens wat zwaarder op de maag, althans toch op een metalfestival. Maar gelukkig was er genoeg ruimte voor alternatief, met vier propvolle zalen. High on Fire oogstte flink succes en bij de intro van Carcass heeft iedereen gehoorbeschadiging en een klaplong opgelopen. Ze werden aangekondigd als de 'very founders of teringherrie' en dat hebben we geweten. Opvallend veel ambiance ook bij Voivod, maar de absolute headliner van het festival moet toch Danko Jones zijn geweest, die met zijn charmante egotripperij de hele zaal moeiteloos op zijn hand kreeg. Vanaf dan zagen we de zalen wat minder sjokvol zitten, terwijl Refused en Bob Wayne ons bij middernacht brachten.

Zoals aangekondigd door de organisatie werd op het moment dat normaal The Eagles of Death Metal zouden aangetreden zijn, een minuut stilte gehouden voor de slachtoffers van de terroristische aanslag in Parijs. Peter Pan Speedrock hees op de achtergrond niet de eigen vlag maar het anarchistisch getinte Parijse logo met de Eiffeltoren in het midden, en gaf het signaal voor de minuut van respect, die op het gelal van een paar dronkemannen die wellicht niet eens meer wisten wat er aan het gebeuren was, erg goed werd opgevolgd. Daarna kon de nachtmis worden verder gezet met de Legendary Shack Shakers, The Vintage Caravan en Death Alley.

 

Kende deze editie dan geen minpunten? Jazeker. Geen spa rood en geen spa blauw aan de toog, ofte gewoonweg geen water om te drinken. Daar kunnen we geen redelijke uitleg voor bedenken. Maar het meest trieste pijnpunt heette WhiskeyDick, of liever de manier waarop deze heren uit Texas in de vergeetput zijn gegooid. Lang op voorhand kondigde het getalenteerd duo, dat erg aanstekelijke acoustische hillbilly speelt, op Facebook aan dat ze speciaal voor SpeedFest terug naar Nederland zouden afreizen, hoewel hun Europese tour er eigenlijk al op zat. Ze keken er erg naar uit, en groot moet hun teleurstelling zijn geweest toen bleek dat er eigenlijk geen podium voor hen was opgesteld om hun set naar behoren te spelen. In de eerste timetabel die SpeedFest vrij gaf was er zelfs geen sprake van WhiskeyDick, en uiteindelijk werd de vergetelheid rechtgezet door de band in de eetzaal bij te programmeren. Waar precies was voor niemand duidelijk en ook voor de band niet, want er was geen enkele voorziening getroffen om Fritz en Reverend hun ding te laten doen. Uiteindelijk werd het een richel van een halve meter breed vóór de installatie van DJ Rooie Neger, wat voor de corpulente Amerikanen amper haalbaar was. De klank was abominabel slecht en de opdracht ondankbaar, want de DJ moest tot tweemaal toe de ambiance in de zaal lam leggen om WhiskeyDick een half uur te laten spelen. Gelukkig wisten toch een pak aanwezigen het talent van het duo te onderkennen, ondanks de geforceerde setting. WhiskeyDick kreeg heel wat persoonlijke complimenten na afloop en het staat vast dat de organisatie van SpeedFest hier iets goed te maken heeft tegenover de band, want er is geen enkele reden waarom WhiskeyDick niet net zoals Bob Wayne op het kleine podium in de inkomhal eer zou mogen halen van hun muziek.

 

Dat even terzijde gelaten, kunnen we alleen maar spreken van een gezonde en geslaagde jubileumeditie van SpeedFest die zonder incidenten is verlopen. Van enige schrik voor aanslagen was niets te merken en we denken dat die ook onbestaande was. De sfeer zat goed, de muziek was zalig, de locatie is uiterst geschikt en de timing verliep vlekkeloos. Heineken blijft moeilijk verteerbaar voor een Belg natuurlijk maar dat zal ons toch niet tegenhouden om er volgend jaar opnieuw bij te zijn.

 


Of Mice & Men

Posted by Snoozecontrol on Wednesday, 25 March 2015