Interview The Sad Flowers: Over het album en de maatschappij

Interviews:Nederlands
 Jens Deklerck    16 november 2017

Net na Allerheiligen lieten ik jullie kennismaken met de band “The Sad Flowers”. Het gelijknamige album van het duo uit het Antwerpse omschreef ik als een album om even stil te staan bij de maatschappij waarin we nu leven. Maar ook op vele andere vlakken is het album uniek in zijn soort. Eigenlijk waren er zelfs te veel facetten om allemaal in 1 review te behandelen. Een interview was dus de ideale manier om eens dieper in te gaan op de band, het album en hun visie op de wereld. De bandleden Jany Claeskens en Jan Ooms stonden me te woord voor een uitgebreide babbel.


Op 1 november is jullie gelijknamige debuutplaat “The Sad Flowers” verschenen. Hoe zijn de reacties tot nu toe?

Jan Ooms: Eigenlijk overtreffen ze de verwachtingen. Zoals je weet doen we alles in eigen beheer en zoeken we zelf onze kanalen. Vanuit dat standpunt is het altijd afwachten hoe de reacties zullen zijn, maar tot nu toe hebben we veel en vooral goeie reacties gekregen.

Jany Claeskens: Voorlopig voeren we enkel promotie via één promotor (Hard Life Promotion, nvdr). Deze promotor kennen we al van vroeger als iemand die altijd sterk achter zijn product staat. Zij vonden het een geweldig goede cd die voor een debuut goed in elkaar zat en bovendien ook goed geproducet was. Ze gingen meteen akkoord om promotie te voeren. Ik ben eigenlijk wel geschrokken dat het zijn resultaten begint te hebben. Ik weet uit ervaring dat je wat geduld moet hebben, maar nu blijven de recensies binnen komen en de resultaten zijn positief.

Het is een debuutalbum, dus kan het zeker geen kwaad om jullie eerst wat beter te leren kennen. Uit jullie biografie is af te leiden dat jullie muzikale achtergronden beduidend verschillen. Kunnen jullie de muzikale roots van Jan en Jany eens kort schetsen?

Claeskens: Ik ben al heel mijn leven met muziek bezig. Zo had ik bijvoorbeeld vanaf mijn 17de een band samen met mijn broer. Het is heel moeilijk om mijn genres te bepalen, want ik ben een echte muzikale duizendpoot. Ik hou van allerhande soorten muziek. Alle invloeden zijn na verloop van tijd geabsorbeerd en plots komen die eruit met dit project als resultaat. Professioneel muziek spelen op het podium is een droom gebleven. Ik heb wel in bands gespeeld en af en toe opgetreden, de laatste jaren vooral met Jan Ooms. Maar dat waren dan voornamelijk gelegenheidsbands voor feestjes op het werk of voor vrienden. In een notendop zijn we beiden al bijna heel ons leven, al meer dan 40 jaar, met muziek bezig.

Ooms: Voor mij is het vergelijkbaar. Op mijn 22ste heb ik een echte keyboardband opgericht, dus zonder gitaren, en in deze band heb ik meer dan 20 jaar de zang en de keyboards gedaan. Ik verzorgde er ook alle composities. Daarnaast ben ik in het theater ook jaren bezig geweest met soundscapes en geluidsopnames voor voorstellingen. Zo ben ik ook bezig geweest met muziek en geïnteresseerd geraakt in opnames. Na de teloorgang van de band ben ik Jany tegengekomen en het klikte direct. Het was een ook verademing, omdat ik dankzij hem niet alles zelf meer hoefde te doen. Jany is een muzikale encyclopedie. Hij leert mij nieuwe dingen kennen, want onze achtergronden zijn inderdaad heel verschillend.

Claeskens: Klopt! Jan is helemaal new wave en vooral bezig met melodisch dingen. Zelfs het soort van overgeproducete dingen waar ik vroeger een hekel aan had. Ik ben vooral met rauwe gitaarmuziek bezig: rock, metal... alles wat extreem is. Het vreemde, maar tegelijk toffe, is dat Jan mij ondanks dit alles toch perfect aanvoelt. Hij voegt datgene toe, het soort new wave, waar ik al lang naar op zoek was. Ondertussen is mijn hekel aan new wave achterhaald, want met het ouder worden leer je makkelijker andere stijlen appreciëren.

Een mysterieuze zin in de biografie verwijst naar ‘een eerdere samenwerking’. Was dit al in de stijl van The Sad Flowers?

Claeskens: Die samenwerking had te maken met het jubileum van de firma waar wij werken. De hoofdzetel had beslist om voor de gelegenheid een muziekstuk te maken waarvan iedereen die voor hen werkte zijn eigen versie mocht maken. Elk genre was toegestaan, alleen de tekst moest worden behouden. Uiteindelijk heb ik dan een instrumentale versie gemaakt. Daarna werd Jan, die een studio had, aangesproken en daar hebben we de nodige mensen verzameld om samen deze song in te zingen. Daarnaast had ik ook een doom versie van dat nummer gemaakt, dat ik al eerder mocht inzingen in de Ace Studio van Frank van Bogaert. Ik vroeg Jan om dat mee in te zingen en zo is echt een cult nummer ontstaan en hebben we mekaar leren kennen.

Ooms: We zijn inderdaad begonnen met een doom versie. Daar zat een sound in die je nog duidelijk in de eerste nummers van het album kan horen. We hadden na die opnames nog geen repertoire, dus zijn we begonnen met covers van ‘goeie’ new wave nummers in een eigen bewerking (bijvoorbeeld Sweet Dreams van Eurythmics). We kozen voor new wave om het spectrum niet tot de doom te beperken. Aan de hand van die covers wilden we onze sound creëren en van daaruit evolueren. Al snel wilden we ook eigen nummers maken en vanuit onze bagage uit het verleden is alles geëvolueerd naar de sound van het album “The Sad Flowers”. Het is wel een donkere plaat geworden. Dat wil daarom niet zeggen dat wij triestige planten zijn, maar de weemoed en donkerheid wilden wij echt wel uitdragen.

 

"Het is een volledig eigen stijl geworden en als mensen zeggen dat ze er geen stijl op kunnen plakken, vind ik dat een geweldig compliment."

 

Op deze manier komen we naadloos bij jullie debuut terecht. Eén van de opvallende zaken was dat jullie bijna alles zelf hebben gedaan. Was deze werkwijze een bewuste keuze of was dit te wijten aan omstandigheden?

Ooms: Het is eigenlijk een combinatie van beide. We hebben eigenlijk zo goed als alles ter beschikking om iets te componeren en uit te werken. In de loop der tijd hebben we natuurlijk ook dingen bijgeleerd zoals bijvoorbeeld masteren. Uiteraard zouden we graag in een professionele studio werken, maar dat budget hebben we niet. Dat is één punt, maar er is nog een persoonlijk punt. De muziekindustrie, zoals ik die nu ervaar, gaat op zoek naar iets dat er al is en zet dat vervolgens naar haar hand. Ik heb er een probleem mee om naar de hand gezet te worden. Wij willen op bepaalde zaken geen compromissen sluiten.

Claeskens: Als je compromissen sluit met mensen die een budget voor je uittrekken, dan willen ze mee de gang van zaken bepalen en commercialiseren. Wij weten zelf dat wij geen commerciële muziek maken, maar we willen uiteraard wel een bepaalde fanbase verzamelen. Eigenlijk komt het erop neer dat wij geen toegiften doen qua stijl of teksten, wij blijven ons ding doen. Helaas boomt de muziek business tegenwoordig enkel op supercommerciële dingen die vandaag gemaakt worden en morgen weer vergeten zullen zijn. Het ontbreekt de muziek aan goede songs, waarbij wij niet willen beweren dat wij supersongs schrijven. De kunst om een nummer te schrijven met inhoud, tekst en muzikale varianten in de wetenschap dat er dan toegiften moeten komen aan het commerciële, dat doen wij niet. Als je ten slotte onze leeftijd hebt, dan heb je al een hoop materiaal verzameld waardoor er niet veel extra inspanningen nodig zijn om alles zelf te doen. Dus in dat opzicht is het een bewuste keuze.

Tijdens het beluisteren van de plaat was het voor mij als reviewer niet eenvoudig om het genre te definiëren. ‘Alternatieve rock’ is een term die vaak valt. Hoe omschrijven jullie het zelf?

Claeskens: Ik zal het met de woorden van onze promotor omschrijven. Deze zei: “Ik kan er geen genre op plakken. Het zijn The Sad Flowers.” En eigenlijk vinden wij dat een compliment. Je zou het op basis van wat de mensen hebben geschreven darkwave kunnen noemen: een combinatie van metal met new wave. Maar vanuit een ander standpunt is het dat ook niet helemaal. Er zit hard rock in, invloeden van de klassieke muziek, … alles zit er een beetje in. En dat is onbewust zo gekomen. We zeggen ook nooit op voorhand in welke stijl we een nummer gaan schrijven, want zo werkt het gewoon niet.

Ooms: Ik weet ook niet altijd waar bepaalde invloeden vandaan komen. Vraag mij dus zeker niet om in een bepaalde stijl te schrijven. Ik vind het prettig om het schrijven van teksten en muziek eens samen met iemand als Jany te doen en de muziek te laten evolueren.

Claeskens: Het is een volledig eigen stijl geworden en als mensen zeggen dat ze er geen stijl op kunnen plakken, vind ik dat een geweldig compliment.

In mijn review heb ik het tekstuele sterk naar voren gebracht. Was het ook jullie bedoeling om de teksten zo prominent in beeld te brengen?

Ooms: Dat was inderdaad de bedoeling. Wat ik onthoud uit de opnames is dat we allebei op onze eigen manier bezig zijn met de maatschappij. Neem nu bijvoorbeeld de verkiezingscampagne van Trump in 2015. Ook al hadden ik en Jany niet meteen dezelfde invalshoek, toch hadden we dezelfde gevoelens over deze persoon. Neem nu het nummer Liar. Dat kan je perfect spiegelen aan de verkiezingscampagne van Trump. Het feit dat hij verkozen is, dát is het nummer Liar.

Claeskens: We hoeven inderdaad niet dezelfde invalshoek te hebben. Je kan het evengoed aan de Antwerpse politiek linken of zelfs iets persoonlijkers. We ondervinden vooral dat er tegenwoordig een maatschappijkritische reactie moet komen. Mensen zijn tegenwoordig zo vatbaar voor leugens. We laten wel altijd beide kanten van het verhaal horen: zowel de kant van de leugenaar als van de ontvanger. We vragen de mensen specifiek om niet zo gemakkelijk te vallen voor die leugens. Laat je terug op een deftige manier beïnvloeden!

Ooms: Ook in Never Mind zie je beide kanten. Enerzijds wordt de persoon zot, maar anderzijds trekt hij zich er niets van aan. Dat zijn invalshoeken over hetzelfde thema die mekaar proberen aan te vullen.

Claeskens: Ook The Legend is zo’n voorbeeld. De ene persoon vraagt zich af wat moet hij nu moet doen om erkenning te krijgen in de maatschappij, terwijl een andere (die de erkenning heeft) zegt dat hij dat eigenlijk niet wil hebben. Het zijn vaak de verkeerde figuren die de meeste aandacht krijgen. Het is heel moeilijk om door goed te doen erkenning te krijgen. Dat zit allemaal verweven in de teksten.

Het schrijven van teksten vlot trouwens heel goed. We hebben een hele stevige basis waardoor de teksten zich bijna vanzelf schrijven, zowel met directe als indirecte boodschappen. Neem nu bijvoorbeeld Walk The Line. Hier geven we aan dat iedereen vatbaar is om een bepaalde richting uit te gaan.

 

"We vragen de mensen specifiek om niet zo gemakkelijk te vallen voor die leugens. Laat je terug op een deftige manier beïnvloeden!"

 

In de teksten komen er ook vaak terugblikken naar het verleden voor (Thin Air, Feeling Strange, ...). Hebben jullie een verklaring voor de veranderingen die de wereld heeft ondergaan om tothaar huidige staat te komen?

Claeskens: Ik ga met een ander nummer beginnen: The Autumn of Life. Dit is een korte samenvatting van de reflectie die je doet als je een bepaalde leeftijd hebt bereikt. Iedereen heeft op een bepaald moment een moment van stilstand waarbij er wordt teruggeblikt. In de twee nummers die je zelf noemt, komt er inderdaad naar voren dat de wereld in onze jeugd veel relaxer en vriendelijker was, dat er een toffere sfeer was en de stress toen minder intens werd ervaren. Nu zitten we in een trend die niet meer normaal is. Het is een heel harde maatschappij, die bovendien redelijk zwart-wit is. Vroeger was iedereen effectief veel vriendelijker voor mekaar. Kijk maar bijvoorbeeld naar het huidige ‘#Metoo’-verhaal. Het is onduidelijk wat er nu nog kan en wat niet. Ik ben dan misschien een kind van de flower power, maar geef mij toch op zijn minst de vrijheid en de rust terug.

Ooms: Ook wordt er bij het minste wat er nu gebeurt een wet of regeltjes gemaakt.

Claeskens: Een ander voorbeeld kan je terugvinden in de koloniale gebouwen in Brussel of Antwerpen! Als je daar loopt, voel je dat er toen nog een budget was om dingen te doen, terwijl er nu voor niets meer budget is. Er werd toen meer gedaan met minder geld. Ik wil hiermee niet zeggen dat we moeten teruggaan naar het verleden, maar de menselijkheid en de relaxe sfeer van vroeger moet terugkomen. Dat is wat we willen vertellen.

Ooms: Er is ook het gegeven van melancholie. Ik ben een melancholische mens. Dan heb je altijd wel de reflex van ‘Weet je nog...’

Het is ook opvallend om tussen de Engelstalige nummers het Duitstalige nummer Schmetterling te vinden. Waarom de keuze voor het uitstapje naar de Duitse taal?

Ooms: Schmetterling is eigenlijk het eerste nummer dat we zelf schreven. We hadden die basis sound waarmee we wilden experimenteren. Jany bracht dan industrial groepen als Rammstein en Eisbrecher aan. De sound leunt daar bij aan. Daarnaast is er ook de kracht van het woord Schmetterling (Duits voor vlinder, nvdr) ten opzicht van hetgeen het betekent.

Claeskens: Er zit inderdaad wel wat industrial in. We hebben ook een Engelstalige versie van dat nummer gemaakt, maar bijna iedereen vond de Duitstalige versie ‘beter’, omdat die versie sterker overkwam. Niets houdt ons trouwens tegen om een Duits nummer op een Engelstalig album te zetten. Het geeft verruiming.

Het Duitse woord komt inderdaad veel sterker over. Een vlinder is iets zachts en in alle talen is het woord voor vlinder ook heel zacht, behalve in het Duits. Een vlinder is een zacht gegeven, terwijl het nummer eigenlijk gaat het over eenzaamheid. De eenzaamheid van een vlinder is redelijk fake ten opzichte van iemand die zichzelf opsluit omdat hij eenzaam en verdrietig is. Dat harde beeld wou ik zeker scheppen.

Ooms: Ook uit de VS kwamen er commentaren op dat eerste nummer. Zij schreven dat het groteske veel meer overkwam in het Duits. En het was ook gewoon prettig om voor dit nummer de vocals te doen, want ik kon er alle registers opentrekken.

Claeskens: Bepaalde songs zitten echt in Jan zijn aard. Het Duits past hem goed.

 

"Je kan ook horen dat het gemaakt is door twee gemotiveerde mensen die de strijd nog niet hebben opgegeven."

 

Het verleden en het heden hebben we gehad, maar het leven gaat verder. Wat zijn de doelstellingen van The Sad Flowers?

Claeskens: Gewoon verder doen. We zijn 4 jaar bezig geweest aan het album, maar eigenlijk hebben we, omwille van onze job, maar zo’n 90 tot 100 dagen in de studio aan het album gewerkt. We beginnen nu nummers te schrijven voor een nieuw album, maar dat wil niet zeggen dat er opnieuw 4 jaar over gedaan zal worden. We hebben ondertussen veel bijgeleerd over hoe we zaken sneller en beter kunnen aanpakken. De composities zullen dezelfde tijd in beslag nemen, maar het gaat vooral over de structuur van de opnames. The Sad Flowers willen eigenlijk vooral verder doen met wat ze bezig zijn. Ondertussen hopen we dat onze fanbase groeit, zodat we een nieuw album kunnen uitbrengen.

 

We zullen in de toekomst dus zeker nog van The Sad Flowers horen. Het slotwoord is aan jullie. Welke boodschap willen jullie nog rechtstreeks meegeven aan de lezers, hetzij over het album, hetzij over jullie ervaringen?

Ooms: Eigenlijk is een heel donker, melancholisch en maatschappijkritisch album. Maar je kan ook horen dat het gemaakt is door twee gemotiveerde mensen die de strijd nog niet hebben opgegeven. We confirmeren niet zomaar. We blijven geloven in iets en daardoor vechten we soms tegen windmolens. Maar met volle overtuiging willen we doen wat goed is en dit op de luisteraars overbrengen.

Claeskens: In onze teksten en op onze hoes vermelden we ook dat tegenslagen en tegenwerking ons enkel sterker hebben gemaakt. Dit is zowel letterlijk als figuurlijk te interpreteren. De boodschap is dus om nooit op te geven en altijd je best te doen. Ondanks al onze maatschappijkritiek is het belangrijk om te proberen die kritiek om te zetten in een positief punt.

Met deze mooie boodschap bedank ik jullie beiden voor dit openhartig interview. Ik wens jullie veel succes met deze plaat en de jullie muzikale toekomst.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Review: The Sad Flowers - The Sad Flowers