Voor dat ik naar dit album ging luisteren deed ik wat opzoekwerk en beluisterde eerdere werken van de band. Heavy Metal uit de jaren ’80 stonden daarbij zeer centraal voor mij en dus verwachtte ik mij ook ditmaal aan een dergelijk gegeven maar niets was minder waar. De band kwam opnieuw op de proppen met nieuwigheden. In dit album maken ze een prachtige combinatie tussen Judas Priest en Iron Maiden waarbij de traditionele heavy metal centraal blijkt te staan.
Geen klachten over het gitaar en drumwerk want dit blijkt ook ditmaal weeral prima in orde te zijn. Ook de zanger brengt onvervalst zijn stem over naar het publiek en zorgt ervoor dat Wolf klinkt zoals het hoort te zijn: sterk, krachtig en heavy metal! Kwaliteit staat hier duidelijk centraal voor de bandleden want waar de groep vroeger een coverband werd genoemd daar mogen we ze vanaf nu zeker een volwaardige onvervalste prachtgroep noemen die op elk podium mag verschijnen.
Laten we eens kort enkele tracks overlopen. De CD opent met Vicious Companions. Een stevige inzetter die veel weg heeft van Iron Maiden, toch weet de groep er hun eigen kunst aan te geven. Het lied wordt gevolgd door Skull Crusher. Al vanaf de opener merk ik op dat dit een track zal zijn die luidkeels kan meegezongen worden op één ieder festival. Ook hier ligt het Maiden gehalte weer hoog te graven.
Voor wie wil genieten van deftig gitaarwerk gaat best eens doorspoelen naar Rock To hell. Hier staan solo’s en gitaarwerk centraal. Een nummer waaruit blijkt dat Wolf de juiste mensen op de juiste plaats heeft kunnen zetten.
Conclusie: fans van Iron Maiden en Judas Priest zullen hier alvast aan hun trekken kunnen komen. De groep brengt onvervalste heavy metal uit de jaren ’80 zonder schaamte. Een knaller van formaat voor deze groep maar toch blijven we te veel elementen herkennen uit eerder vernoemde bands.
In vergelijking met hun vorige albums is dit album toch ook wel een goede uitblinker naast hun in 2006 gereleasde album “Ravenous”. Hiermee kon de groep zelf een Zweedse Grammy wegkapen.