Een review van een langverwachte nieuwe cd is iets dat best duidelijk gestructureerd is. Een kort maar bondige objectieve uiteenzetting over de sterke en zwakke kanten, afgewerkt met wat achtergrondinformatie. Op dat vlak is deze review van Catharsis een gemiste kans van formaat. Releasedatum is voor 26 januari via Nuclear Blast maar de meningen zijn nu al verdeeld. De reviews zullen dan ook erg uiteen gaan lopen. Daarom verdient deze plaat een iets uitgebreidere analyse.
Mijn prille liefde voor de zware metalen werd enkel sterker toen ik een cd van een klasgenoot mee kreeg ergens in 1994. Machine Head stond er op, en het ging om hun debuut Burn My Eyes. Een zeer herkenbaar logo dat ik, ondanks mijn waardeloos grafisch talent, probleemloos op elk blad tekende dat ik voor mij kreeg. Dat én idiote konijntjes, veel sikbeestjes en occasioneel een piemel die mijn buur er met veel deugd bij op tekende, telkens mooi voorzien van zes schaamhaartjes. Het gaat overigens prima met die laatste, de wetten werden getart.
Inmiddels zijn we zo’n slordige 24 jaar verder en verschenen er almaar meer haartjes, hell, sommige verdwijnen zelfs al weer. Ik ben er haast zeker van dat ik de mijne nader, maar zou Machine Head hun vervaldatum reeds bereikt hebben? De geruchten zijn wat ze zijn, het internet is na de release van de eerste twee singles van Catharsis (“Beyond The Pale” en “Catharsis”) nu al enorm verdeeld en de eerste review was al gelijk een eerste ferme klap. De band reageerde zelfs via Instagram, wat voor nog meer verontwaardiging zal zorgen. Zo is het internet nu eenmaal.
Het is immers niet te ontkennen: Robb Flynn schreeuwde het van de internetdaken en gaf het opnieuw aan in ons interview met hem : “verwacht geen heavy zoals The Blackening. Het is melodieus, groovy en eclectisch”. Tijdens dat gesprek gaf ik al aan dat we het duidelijk gaan merken wie van de reviewers de plaat voldoende tijd heeft gegund en wie niet.
Ik schat dat ik de plaat nu al zo’n 40 à 50 keer heb beluisterd. De eerste vijf keer wist ik niet of ik moest lachen of huilen. Nuja, huilen zal je me niet snel zien doen maar een beetje triestig voor me uitstaren lukt me nog net. Er zat rap in, er zat Dropkick Murphy’s in. Handengeklap, gangster toestanden, folk; zelfs al was ik een handige Harry, van dat hout kreeg ik echt geen pijlen meer gemaakt. De volgende 5 luisterbeurten gebeurde het dan toch : groeiende appreciatie, nummers of ten minste stukken van nummers die bleven hangen. Mezelf permanent afvragend hoe het kan dat ik dit nu plots wel lichtjes goed begon te vinden. Is dat dan misschien het Eurosong-syndroom©? – neem een op zich helemaal hersenloos dom nummer, speel het zeshonderd keer per dag op de radio en mensen vinden het plots dé kanshebber op eindwinst - Neen, dat was het toch niet. Ik begon er eerder de songwriting van te appreciëren.
Je kan opnieuw een album à la The Blackening maken. Ik vermoed dat ze dat met weinig moeite opnieuw zouden klaarspelen. Maar dat soort thrashy muziek heeft op zich een vrij rechtlijnige manier van componeren. Op Catharsis is het een heus avontuur, je valt van de ene in de andere verrassing. Het pad werd eigenlijk al wat bewandeld op de vorige twee platen. Sommige songs werken prima, anderen zijn waarschijnlijk hemeltergend bij velen. Dat zal totaal van de smaak afhangen. Fans gaan roepen dat dit weer hun nu metal periode 2.0 is. Larie. Apekool zelfs. Dit is in realiteit een plaat van een band die al menig watertjes heeft doorzwommen en zich nu even lekker laten gaan in al hun creativiteit die de jaren hen hebben geschonken. Maar je moet er wel wat voor over hebben. Inmiddels zat ik aan 10 volledige luisterbeurten.
Na nog eens 40 luisterbeurten kan ik met enige voorzichtigheid melden dat ik het nog (lang) niet beu ben geworden. Er zijn nummers die ik nu waarschijnlijk wel links zal laten liggen. Op een gegeven moment gaat zo’n cd in deeltjes naar een playlist, en sneuvelen er dus songs. Songs die sneuvelen bij mij :
Het klopt dat 6 nummers dumpen niet gering is maar de plaat telt 15 (!) nummers. Dat zijn er in de eerste plaats al veel te veel voor een (metal-)cd. Het zorgt daarnaast nog voor desinteresse naarmate de plaat vordert. Het kost je heel wat moeite om in het begin een ganse plaat te beluisteren. Daarom is het ook geen wonder dat vijf van de zes songs op het einde staan.
Songs die wél in de playlist gaan belanden :
Het straffe is dat Machine Head hier een poort heeft geopend waarbij ze wéten dat ze fans tegen de borst gaan stoten, maar er toch in slagen om het volledig in hun eigen formule te verwerken. Niemand kan ontkennen dat ze van ogenschijnlijk slecht geïnspireerde composities toch sterke nummers hebben kunnen schrijven.
De conclusie is dat dit eigenlijk gewoon een sterke plaat is, die jammer genoeg net wat te veel nummers heeft. Schrap er een 6-tal en je hebt volgens mij een knaller vast. De fans moeten wel wat van avontuur houden. De artiest is vrij in wat hij creëert, de fan beslist of hij mee gaat of niet. Ik hou het op volwassen songwriting, zonder écht toe te geven aan totale commercie via prima uitgevoerde, verrassende songs. Live gaan deze nummers het vast en zeker super goed doen, omwille van de fun die ze uitstralen.
Tracklist :