W-Fest Dag 4 -De afsluiter van een geslaagd festival - Waregem - 18/08/2019

Review:Festivals
 Koen Asaert    31 augustus 2019

De tijd gaat snel als je je amuseert. Want ondertussen zijn we op de laatste dag van W-Fest aanbeland. Op het programma staan nobele onbekenden zoals The Foreign Resort, Je t’aime en Kowalski, die wel eens positief kunnen verrassen, oudjes uit de jaren 80 (Lavvi Ebbel, Jimmy Sommerville, ...) die ik nooit live aan het werk zag en mogelijk hun tweede jeugd beleven, en iets minder oude persoonlijke favorieten (Apoptygma Berzerk, And One, Whispering Sons) waarvan ik een schitterend optreden verwacht.


Het Deense The Foreign Resort levert fijn versneden gothic rock van de bovenste plank in een klassieke rockbezetting van gitaar, bas en drums. Ze hebben een Zanger met een krachtige gevoelige stem. Ik hoor sterke versies van Obsessing, Hearts Fade Out, Suburban Depression, She Is Lost, Flushed, Dead End Roads, Outnumbered en Dark White.

 

Je t’aime uit Frankrijk brengt synthrock met wave en gothic invloeden. De zanger heeft een heldere herkenbare zangstem die wat aan Robert Smith doet denken. Ik ben positief verrast door deze mij onbekende band en late toevoeging aan de affiche. A million Suns, The Sound en Spyglass zijn pakkende songs die me bijgebleven zijn.

 

Bij Kowalski had ik aanvankelijk de indruk met een kruisbestuiving van Einstürtzende Neubauten met EBM te maken te hebben, door o.a. het gebruik van slijpschijf en andere percussie-effecten. Later in de set vond ik Kowalski meer als Die Krupps klinken met een geluid die van industrial tot harde rock gaat. Een degelijk optreden met als hoogtepunt Stahlmaschinen, maar niks om ekstatisch over te worden.

 

Lavvi Ebbel zanger Luckas Vander Taelen is zijn gekke zelve maar andere bandleden (drie gitaren, drums, sax, toetsen en vrouwelijke backingvocals) hebben wat moeite om los te komen.Na enkele nummers begint er schwung in te komen. Ebel begint met No Place To Hide, het wat makke Morning Light en een dansbaar Desire. Wereldhit Victoria zorgt voor een overwinningsmood. Much Ado About Nothing waarbij de zangeressen schitterden, het erg rock’n4 rolle Stand Up And Fight eb On the Telephone volgen. Afsluiten doen ze met het groovy Give Me A Gun en de Talking Heads cover Psycho Killer. Dit was typische jaren 80 poprock. Goed gebracht, maar persoonlijk word ik er niet door geraakt

 

Pink Turns Blue produceert pure prachtige gothic rock tussen The Cure en Sisters Of Mercy in , maar met vooral een eigen geluid. Hun setlist bestaat uit Something Deep Inside, Dirt,Walking On BothSides, I Coldly Stare Out, After All, Missing You, Can’t be Love en afsluiter Your Master Is Calling.

 

Peter "Hooky" Hook was de bassist voor de Engelse postpunkband Joy Division en New Order. Misschien wel een van de belangrijkste artiesten voor de Britse postpunk. Al enkele jaren blijft hij met zijn eigen band The Light shows uitverkopen, waarin ze de klassieke nummers uitvoeren die zo belangrijk zijn voor fans van New Order en Joy Division. Peter Hook And The Light spelen een prachtige eerste helft met covers van Joy Division. Het atmosferische minder bekende Day Of The Lords is slechts een opwarmertje voor mooie acties met o.a. Isolation en Digital. She’s Lost Control is een mooi schot op doel maar scoren doen ze pas met Shadowplay en Transmission. De tweede helft staat in het teken van New Order. Blue Moday is een prachtige aftrap. Regret een mooie pas naar het onweerstaanbare True Faith. Temptation is een rake kopbal en Ceremony een geslaagde voorzet voor het beslissende doelpunt Love Will Tear Us Apart van Joy Division. Een schitterende match die eigenlijk een kwartier extra time verdiende.

 

Van een oude post-punk held gaat het naar jonge spring in het veld’s van Whispering Sons. Muzikaal hebben ze meer gemeen dan men zo op het eerste zicht zou denken. Misschien hebben de jonkies van Whispering Sons wel een oude ziel of tenminste een voorliefde voor kwalitatieve post-punk en aanverwanten. Whispering Sons geeft het zoveelste doorleefde optreden van deze zomer. Fenne leeft zich volledig in in de muziek en zingt haar teksten met een spookachtige lage stem. Ik onthou vooral sterke versies van Got A light, Skin, de hitsingle Hollow en de emotionele afsluiter Waste.

 

Red Zebra geeft een meer dan bevredigend optreden, waarbij ze hier en daar hulp kregen van de twee dames van Alk-A-Line: Laurence Castelain en Sandra Hagenaar. Ze starten sterk met Agent Orange en een puike versie van Polar Club, gevolgd door o.a. Paradise Lost uit het “Maquis” album, de oude post-punksongs Shadows Of Doubt en I’m falling apart. Het welbekende I can’t live in a living room zorgt voor een eerste hoogtepunt. The Ultimate Stranger uit het”Bastogne” album is nog zo’n heerlijk oudje. Bij Man comes from Ape ofwel ‘het bananenlied’ laat de ietwat te kleurig gekleedde zanger Peter Slabbinck zijn innnerlijke baviaan los. Ook dit nummer komt uit het meesterlijk album “Bastogne”. Bij the Art of Conversation gaat Slabbinck in duet met bassist Sam. Die laatste laat zich daarenboven verleiden tot crowdsurfen. Daarna komt stevige cover van Missiles van The Sound, het vlot meezingbare kritische pretpunknummer God Is not a DJ, en het afscheid in stijl met de Red Zebra-klassieker Innocent People.

 

Apoptygma Berzerk zet haar set in met de electro-stamper Weight Of The World, een catchy maar minder bekende song, die alvast het tempo aangeeft voor wat er nog komen zal. Op de melodieuze electro-rocker Unicorn dans ik en zing ik mee met het aanstekelijke refrein. In this together is een minder sterke song maar wel lekker meezingbaar. The Sentinel is een mooie intro voor de electro-anthem Love Never Dies . Uit hetzelfde “7” album komt Non Stop Violence, een fijn staaltje industriële futurepop met EBM-Invloeden. Asleep Or Awake is meer rockiger en minder electro. Uit de nieuwe “Nein Danke!” EP stamt het rustigere 80ies-achtige A Battle For The Crown. Met de onweerstaanbare futurepop favoriet en meezinger Kathy’s Song (Come lie next to me) gaat Apoptygma Berzerk zo’n 20 jaar terug in de tijd. Uit hetzelfde ‘Eclipse’ album krijgen we de titelsong in de OK Minus remix versie, m.a.w. nog zo’n dansbare futurepophit. Met de technorock-afsluiter Until the end of the world gaat het dansfeestje onvermijdelijk verder.

 

Na het dans- en zangfeest van Apoptygma Berzerk volgt een moment van rust en bezinning met China Crisis. De band is een meester in het brengen van soft-synthpop. De muziek van China Crisis heeft vroeger weinig indruk op me gemaakt en dat doet het heden nog altijd niet. Het is niet mijn ding, maar misschien kan China Crisis u als lezer wel bekoren. Ik noteerde alvast overtuigende versies van Black Man Ray, Wishful Thinking en Christian.

 

New Model Army put uit invloeden van het muzikale spectrum, van punk en folk tot soul , metal en klassiek. Ze zijn zijn bestempeld als punks, post-punks, goth, metal, folk, etc., maar zijn altijd voorbij die stijlgrenzen gegaan . De teksten van Justin Sullivan, die variëren van direct politiek tot spiritueel en persoonlijk, zijn altijd al als een belangrijk onderdeel van de aantrekkingskracht van de band beschouwd. Voor mij klinkt het deze avond als wave rock met folkinvloeden, waarbij het er in vlagen stevig aan toe gaat. Voeg daarbij de prachtige stem van Justin Sullivan en je krijgt een zeer speciale belevenis. Ze gaan van start met de typische NMA- song Storm Clouds, het poëtische Winter, het ongedurige Island en Lights Go Out. Daarna volgen Watch and Learn, Guessing, het punky 51’st State, het boze Angry Planet, Born Feral en The Charge. Afsluiten doen ze met het geweldige Here Comes The War en het emotionele Green And Grey.

 

De dag op de Synth Scene werd afgesloten door Jimmy Sommerville, een Schotse popzanger en songwriter. Hij zong in de jaren 80 met de popgroepen Bronski Beat en The Communards, en heeft ook een solocarrière gehad. Hij staat vooral bekend om zijn krachtige en soulvolle zangstem. Hij is openlijk homo; veel van zijn liedjes, zoals 'Smalltown Boy', bevatten politiek commentaar op homo-gerelateerde zaken. Ook vandaag haalde hij de laatste rij met zijn soort van opgewektheid. Natuurli krijgen we veel van zijn klassiekers te horen, zoals het genoemde Bronski Beat-nummer Smalltown Boy, de Sylvester cover You Make Me Feel (Mighty Real), Why, Never Can Say Goodbye, Don't Leave Me This Way of helemaal aan het einde van de set I Feel Love van Donna Summer, gemengd met AC/DC's Highway To Hell . Verder brengt hij ook nog Tomorrow, There's More To Love Than Boy Meets Girl, So Cold the Night, For A Friend en You Are My World. Dit was echt een geweldig einde van de Synth Scene-dag!

 

Aan de Wave Cave wacht nog een hoogtepunt, nl. And One. De Duitse bodypop band bestaat 30 jaar. Geleidelijk evolueerde And One van een pure Depeche Mode synthpopkloon naar een eigen volwassen bodypopgeluid met invloeden van EBM, darkpop en electro. And One met een opmerkelijk fitte, zelfbewuste en energetische frontman Steve Navaghi start met het vreugdevolle Shouts Of Joy. Het wordt snel duidelijk dat dit een feestje wordt. De electropop hit Get You Closer is de ideale aanloop naar de bodypop-oorworm Metalhammer. Met het in eenvoudig Duits gezongen, dus lekker meezingbare Panzermensch gaat het tempo nog omhoog. Dan volgt de trancy Project Pitchfork- cover Timekiller. Bodypop-killer Deutschmachine verschroeit de dansvloer. Er wordt even rust gegund met het recentere electropop-nummer High. Bodypop-ûberhit Technoman wordt al dansend luid meegezongen. Met Sometimes, Second Voice en Military Fashion Show gaat het bodypop -dansfeest verder. Tot mijn grote vreugde halen And One het oudje Steine Sind Steine van stal. And One eindigt met het langzamere zwoele Killing The Mercy.

 

Conclusie:
Het is moeilijk om te zeggen welk dag van W-Fest de beste was, want ik heb me elke dag geamuseerd, nieuwe bands ontdekt, oudjes zien schitteren en persoonlijke favorieten nog dieper in mijn hart gesloten. W-Fest is zowel een feest van new wave en synthpop uit de jaren 80, alsook van hun nakomelingen in de post-punk, gothic (rock), EBM en electro(pop) van de jaren 90, 2000 tot nu. Het huidig concept van W-Fest kunnen we gerust uniek en succesvol noemen. Het zou dan ook ontzettend jammer zijn, mocht de organisatie van haar new-wave imago willen afstappen, met de gedachte om sneller te kunnen groeien met een meer mainstream programmatie. Ik ben ervan overtuigd dat het festival nog kan groeien zonder van het huidig concept af te wijken, door nog meer naamsbekendheid in binnen- en zeker ook het buitenland. Het aantal bezoekers uit de buurlanden kan zeker nog gevoelig stijgen, naarmate het W-Fest een gevestigde waarde in het internationale festivallandschap wordt. Vergeten we ook niet dat de relatieve kleinschaligheid ook een troef is. Je kan immers de artiesten van zeer nabij zien. Ik ben zeker niet tegen een groei van het festival. Maar ik hoop dat ze eerder een voorbeeld nemen aan de buren van Alcatraz, dan aan Live-Nation festivals zoals Graspop, Werchter en consoorten.