The Devil's Trade - The Call of the Iron Peak (Season of Mist)

Review:CD-reviews buiten BeNeLux
 Koen Asaert    11 augustus 2020

The Iron Peak; een mystieke plek waar men ooit zijn lang verloren rust vond, totale stilte en thuis. Waar men zou terugkeren als de tijd voorbij is.


Een plek die een materialisatie is geworden van eeuwige vrijheid, afgesneden van de samenleving en alle aardse strijd. Zoals oude overtuigingen zeggen dat de hemel een plaats is waar we vrede vonden met onze dierbaren in het leven, is de Iron Peak een soort hemel.

Luister naar de roep van de Iron Peak die je oproept om je ware zelf te vinden in een wereld waarvan je geïsoleerd wilt zijn. Het roept je op om vrede met jezelf te sluiten, met het onvermijdelijke einde. Het roept op tot de Hongaarse singer-songwriter Dávid Makó, die zichzelf een paar jaar geleden opnieuw definieerde als The Devil's Trade en een lange reis begon met zijn diep persoonlijke en donkere, soms met doom doordrenkte volksliederen.

Of het nu gaat om de folk van de Appalachen, de verhalen van Hongaarse en Transsylvanische traditionals, The Devil's Trade versmelt zijn metal verleden en zijn wortels diep in de volksliederen van zijn directe omgeving.

Net zoals de Iron Peak, een zowel metaforische als letterlijke bergtop Makó roept, roept hij jou op om zijn rituelen van liefdes en hoop te delen die verloren en gevonden zijn tijdens de pelgrimstocht van hem. Het is tenslotte de reis zelf die er het meest toe doet, en hoe je je aanpast. Van kelders in zijn geboorteplaats Boedapest tot alle uithoeken van Europa, kleine en grote podia, The Devil's Trade is voortdurend op pad om zijn stem en roeping te vinden, en dat is om luisteraars een glimp van zichzelf te laten opvangen door zijn hartverscheurende liedjes .

The Iron Peak mag het album openen met een betoverende en vrij uniekeklaagzang, of althans zo klinkt het op het eerste gehoor. Dead Sister baadt in dezelfde mysterieuze droevige sfeer. De muze voor dit stuk was waarschijnlijk de grootste onweerswolk die Dávid Makó ooit heeft gezien die de perfect schone zomerhemel bedekte. Hij zat precies onder het oog van de storm op een vlakte ergens op het Hongaarse platteland. Het was alsof je onder een poort zat naar een andere oude wereld. De wereld werd stil, de lucht stopte en hij wachtte om verpletterd te worden door de elementen. Ongeveer twintig minuten lang voelde het alsof hij verbonden was met de andere wereld. Toen kwam er een koele wind die het wegblies. Het zustergedeelte is te persoonlijk. Het kostte hem dertig jaar om te begrijpen dat iemand die hij nog nooit heeft ontmoet zo'n grote invloed op hem heeft. Als er een hiernamaals is, hoopt hij dat ze er zal zijn en dat hij haar kan omhelzen.

III biedt een korte soundscape als intermezzo.No Arrival doet me vreemd genoeg aan Eddie Vedder’s solo-album “Into The Wild” denken. Het nummer klinkt dan ook relatief iets rockiger dan de 2 openingssongs, die het vooral moeten hebben van schoonheid in duisternis en tristesse. Expelling of the Crafty Ape is nog zo’n interessant experiment dat tussen rock en folk ligt en erg Amerikaans klinkt.

Na het tamelijk onheilspellend instrumentaal tussenstuk IIIIIIIIIIII volgt met Három Árva een duister ritualistisch bezwerend lied met een oeroud karakter. Három Árva is een cover van een Hongaars volksliedje, een zogenaamde legend ballad uit Kalotaszeg, Transsylvanië. Het gaat over drie weeskinderen die mishandeld worden door hun stiefmoeder Christendom en occultisme leven perfect samen in dit lied.

 

 

Eyes In the Fire blijkt Americana met een grungy randje. Voor een Hongaarse muzikant klinkt Dávid Makó overigens wel heel Amerikaans. IIIIII vormt de dromerige instrumentale aanloop naar Dreams from the Rot dat zich situeert tussen, progressive rock, folk en grunge. The Call of the Iron Peak maakt de cirkel rond. Het concept van dit nummer en het hele album kwam op 2000 meters hoog in de Alpen op weg naar een piek die glom alsof het ijzer was. Toen hij de top bereikte, ging de hele wereld rond en in zich doodstil. Volmaakte vrede en vrijheid zoals het was in het hiernamaals. Die stilte is waar Dávid Makó sindsdien naar op zoek is.

Conclusie:
IK had eigenlijk een neofolk album verwacht met veel Centraal- en Oosteuropese invloeden, maar tot mijn verbazing krijg ik heel erg Amerikaans klinkende hybride van folk, singer-songwriter en grunge. IK ben alleszins behoorlijk onder de indruk van “The Call of the Iron Peak” en zou zelfs zo ver gaan om te stellen dat The Devil’s Trade het Europese antwoord is op Chelsea Wolfe, Marissa Nadler en andere King Dudes.
 

Deze prachtige schijf kun je o.a. hier bestellen.

 

Facebook / Bandcamp