Interview met Scott Holiday van Rival Sons

Interviews:Nederlands
  Nathan Dobbelaere    13 april 2015

Slechts twee dagen na hun passage in Schijndel aan het Paaspop festival stond Rival Sons geprogrammeerd in de Ancienne Belgique. We hadden de mogelijkheid een babbeltje te slaan met hun gitarist Scott Holiday. In het zonnige Brussel troffen we hem aan onder de bomen aan de achterkant van de AB. Sigaret en Jack-Cola in de hand. 


De eerste drie optredens van deze tour waren in de UK. Merk je als band veel verschil tussen het Europese publiek en het Britste publiek?

Dit is een vraag die wel vaker gesteld wordt, zeker aangezien Rival Sons een Amerikaanse band is.  En dan vooral ‘Wat is HET verschil tussen het Amerikaanse publiek en ander publiek?’ Nu, het Britse publiek is qua grootte vergelijkbaar met het Europese publiek, maar drinkt wel iets meer (lacht). Maar tijdens het optreden zelf ben ik gewoon aan het optreden. Het is eigenlijk vooral wanneer je na het optreden mensen ontmoet, dat je ziet dat iedereen vriendelijk is, iedereen is gelukkig. Ik merk eerlijk gezegd niet heel veel verschil, iedereen is gewoon fan van Rival Sons. De enige momenten waarop je echt het verschil merkt tussen mensen, is wanneer je even de stad in gaat waar je die avond speelt.

Rival Sons speelde onlangs nog als support voor AC/DC en Kid Rock in de VS. Hoe valt het touren met deze bands mee? Wat was de eerste reactie toen je te horen kreeg dat RIval Sons het openingsprogramma van AC/DC ging zijn?

Ik ben groot geworden met AC/DC en dat is de band waar ik al mijn eerste ‘naughty stuff’ op gedaan heb (lacht). Ik denk dat we als band niet meer opgetogen konden zijn met dat nieuws. Vooral als je weet dat dat soort optredens geregeld wordt via managers, via booking agencies, via… Het is eigenlijk vooral via The Young Brothers dat we deze kans gekregen hebben. Zij moeten hun toestemming geven. En het is best wel fijn te weten dat zij naar je muziek geluisterd hebben en dat zij je muziek goedgekeurd hebben.

 

Jullie hebben voor grote aantallen gespeeld op de grote festivalpodia en dan kom je hier voor een publiek van 1400 mensen spelen. Waar geef je zelf de voorkeur aan, aan grote festivals of eerder de kleinere, iets intiemere zalen zoals bijvoorbeeld de Ancienne Belgique?

Dit is een prachtige zaal. Deze zaal en deze stad (Brussel) zijn geweldig. We hebben hier in 2012 reeds gespeeld en ik vond het fantastisch. Er is één groot verschil tussen het festival publiek en het publiek hier, in een kleinere zaal en dat in de kleinere zalen het ons publiek is. En in plaats van 40 minuten tot maximum een uur te spelen op een festival podium, krijg je in kleinere zalen zoveel meer. Ik speel graag voor een groot publiek want op die manier maak je veel nieuwe vrienden, leer je telkens weer nieuwe mensen kennen. Wanneer we echter voor een kleiner publiek spelen, kunnen we ons veel meer focussen op de muziek en een connectie maken met het publiek.

 

Zijn er plannen om deze zomer ook nog eens door België te komen, gezien jullie touren tot het einde van juni?

Ik ben het niet helemaal zeker maar de kans zit er zeker in. We komen bijna iedere zomer wel op een aantal Belgische festivals spelen, dus het kan zeker zijn dat we terugkomen (lacht).

 

Jullie plaat ‘Great Western Valkyrie’, kwam uit in 2014. Spelen jullie deze nummers nog steeds of grijpen jullie toch eerder terug naar de iets oudere nummers?

Op dit moment spelen we het nieuwe materiaal nog graag. Het iets oudere materiaal hebben we al veel gespeeld, en spelen we ook nog vaak. Ik ben zelf al naar optredens geweest van bands die helemaal geen ouder werk meer spelen en dat lijkt mij redelijk unfair. Alle onze nummers kan je eigenlijk op een soort tijdslijn van onze carrière plaatsen en ik denk dat het goed is dat ze er zijn. Er zijn nummers die we ieder album opnieuw proberen te veranderen. Dus voor ons is er niet echt een soort van ‘tijdsdruk’, om het zo te noemen. Ook zijn alle albums verschillend van elkaar. Zo staan er dingen op de ene plaat die je niet terug zal vinden op een andere plaat. Dat zorgt voor een soort van afwisseling. En dat is goed voor ons, dat zorgt ervoor dat de ‘swing’ er in blijft.

 

Is het proces van het maken van een nieuw album veel veranderd sinds het eerste album.

Niet echt, neen. Het schrijven gebeurt quasi automatisch. We schrijven ook elk afzonderlijk tot het moment waarop we de studio intrekken. Pas daarna kleven we alles aan elkaar, kiezen we een geluid voor de plaat, komt er iemand met een idee en schrijven we samen als een organisch geheel op het moment zelf. Zo hebben we iedere plaat al gemaakt. Vooraf delen we niets van het materiaal met elkaar omdat we elkaar niet willen beïnvloeden met ideeën. We willen ook op de plaat dat moment proberen weergeven waarop we als band beslissen van ‘ja, dit is het’. We willen dat mensen dat kunnen horen aan de muziek.

Er komt een speciale vinyl uit naar aanleiding van Record Store Day. Wat is er zo speciaal aan die plaat?

We trachten ieder jaar iets uit te brengen voor Record Store Day. We zijn allemaal fervente vinyl verzamelaars. Het is voor mij persoonlijk mijn favoriete medium om naar muziek te luisteren thuis. Vinyl brengt een hele ervaring met zich mee, je luistert naar de muziek die ondertussen weer verandert. Deze Record Store Day echter brengen we iets uit wat we nog nooit eerder gedaan hebben. We brengen twee covers uit op een 7inch, A en B side. We hebben een Humble Pie versie van Black Coffee, die naar het einde toe gemengd wordt met Small Faces en Common Children. We zijn als band grote fans van Humble Pie en Small Faces, dus dat staat op de ene zijde. Op de andere zijde staat Creedence Clearwater Revivals’ As long as I can see the light. Voor ons als band is dit een heel speciaal nummer. Beide nummers zijn trouwens live opgenomen in de studio. Voorlopig komen beide nummers enkel uit op vinyl, maar je kan ze wel al vinden op Youtube (lacht).

 

Daartegenover staat de samenwerking met Tidal (online streaming service). Jullie hebben reeds een sessie voor hen gespeeld?

Dat klopt, we hebben een Juke sessie gespeeld in Noorwegen. Het was iets wat we nog nooit gedaan hebben. In de opname studio stond naast alle nieuwe digitale materiaal ook alle analoge materiaal, tapes en dergelijke. Dat vonden we zo ontzettend cool dat besloten hebben om alles analoog op te nemen. Ze hebben zelfs alle stof van het materiaal moeten blazen.

 

Is er een specifieke reden waarom je ervoor gekozen hebt om met Tidal samen te werken en niet met Spotify bijvoorbeeld?

Tidal heeft ons benaderd. We speelden een festival op dezelfde locatie als hun studio toen ze vroegen als we een sessie wouden opnemen voor hen. De studio staat vol fantastisch materiaal en grote namen hebben er reeds opgenomen dus wij hadden zoiets van ‘ja, dat klinkt leuk’. Zo is het gegaan.

 

Ik heb als laatste vraag nog een vraag van een fan. Hij had graag geweten als welk dier je graag terug zou komen na je dood en waarom?

(denkt diep na). Dit is een moeilijke vraag. Ik heb geen idee. Ik zou terugkeren als luiaard. Want we kunnen allemaal zien hoeveel plezier ze hebben en hoe goed ze er telkens uitzien.

 


Of Mice & Men

Posted by Snoozecontrol on Wednesday, 25 March 2015