Witt – Rübezahls Rückkehr (Ventil / Suburban)

Review:CD-reviews buiten BeNeLux
 Koen Asaert    26 april 2020

Joachim Witt is inmiddels 71 maar weet nog niet van ophouden. 40 jaar na zijn eerste hitalbum "Silberblick" met de Neu Deutsche Welle-hit "Der Goldene Reiter", staat hij er nog altijd, ditmaal met zijn nieuwste album “Rübezahls Rückkehr”.


Rübezahlis een bekende berggeest (woodwose) van het Reuzengebergte (Riesengebirge , Karkonosze), een bergketen langs de grens tussen de historische landen Bohemen en Silezië . Hij is het onderwerp van vele legendes en sprookjes in de Duitse, Poolse en Tsjechische folklore .

"Rübezahl", was de titel van het album dat Witt in 2018 uitbracht en beschouwd wordt als zijn donkerste album. "Rübezahls Rückkehr" betekent niet enkel de terugkeer van “Rübezahl”, maar is naar eigen zeggen ook een thuiskomst in de muzikale ‘heimat’.Joachim Witt, de emotionele persoon, is teruggekeerd naar zichzelf, een man die zo compromisloos is met zichzelf en zijn omgeving.

Voor de tweede maal werkte Witt samen met Lord Of The Lost mastermind Chris Harms, die ook bandleden Gared Dirge en Niklas Kahl als vaste medewerkers inlijfde. Daarnaast werd ook weer Corvin Bahn, een bekende Duitse toetsenist, die al met heel veel bands samenwerkte, aangetrokken.

Geist an das Licht gaat de harde toer op en is zowaar een symfonische metalsong. Kopfschwul blijkt een Neue Deutsche Härte song. Wat ongewoon is voor Joachim Witt, maar die Rammsteinfans wel zal bevallen. Met die Rückkehr krijgen we de gebruikelijke gevoelige donkere Deutschpopballade. Niet toevallig werd voor deze song een video ingeblikt. Ik verwacht tijdens een optreden een zee van zwaaiende armen en oplichtende mobieltjes, wanneer dit lied aan bod komt.

 

 

Schmerzende Welt biedt meeslepende symfonische powerpop die uitnodigt tot meezingen, ook al is je Duits niet al te goed. Op het orkestrale rocknummer Gib mir den Himmel reikt Witt naar de hemel en verlangt naar eeuwige rust. Immers niets blijft voor altijd, noch ik, noch jij. Zoals vaak bij Joachim Witt bevat het nummer ook een paar geniale verzen. Steinzeit wisselt tussen hard en zacht, tussen melodie en hevigheid, tussen verdriet en boosheid.

Ich bin immer noch hier, een compositie volledig van de hand van Chris Harms, is een pakkende ballade vol pathos en donkere romantiek, zoals enkel Joachim Witt het kan zingen. Het emotionele Wo blüht der Mohn- ‘Waar bloeit de klaproos’, blijkt een erg Lord of The Lost –achtige song, waarin Witt op kryptische wijze kritiek geeft op samenleving en politiek. Op Zora krijgt Witt vrouwelijke vocale versterking van Gergana Dimitrova (ex -Le Mystere Des Voix Bulgares en ex-Eva Quartet) en vraagt zich af waar de vrede en de vreugde van de zege leeft.

Rote Tränen kent een sprookjesachtig begin en ontwikkelt zich tot hartverscheurende ballade. Bij het schitterende Windstille, dat gaat over een oude ziel, is het me niet erg duidelijk of Joachim Witt het over zichzelf of over Rübezahl heeft, of dat hij zichzelf als Rübezahl ziet. Alleszins is het een heel mooi einde van een uitstekend album.

Conclusie:
Zet de oude ervaren Joachim Witt, samen met enkele andere bedreven songsmeden. Voeg daar nog wat kunstige muzikanten aan toe en je hebt alle ingrediënten voor een Duitstalig meesterwerk. “Rübezahls Rückkehr” is effectief een meesterlijk mooi album geworden, dat pathos, zelfreflectie en donkere romantiek hoog in het vaandel draagt.

 

Website / Facebook